oefenen, en vervolgens als een Nederlandse afdeling aan de strijd te doen deel nemen. Z.K.H. Prins Bernhard bracht op 17 Mei een bezoek aan Zeeuwsch Vlaanderen en had o.m. een onderhoud met C.-II-40 R.I. en daarna met de C.Z., aan wie hij nogmaals de opdracht overbracht, er voor zorg te dragen, dat hij niet in handen van de vijand viel. Voor een goed begrip van de verdere gang van zaken in Zeeuwsch Vlaanderen is het noodzakelijk, een korte opsomming te geven van de gebeurtenissen in België en Noord-Frankrijk. Het Franse le Leger en het Britse Expeditieleger (B.E.F.) waren op 10 Mei en volgende dagen opgemarcheerd naar de lijn Namen - Wavre - Leuven, waar zij zich ter verdediging inrichtten, terwijl het Belgische leger de hoofdverdediging zou voeren in de lijn Leuven - Antwerpen, op welke stelling de ten O. daarvan opererende troepen onder Duitse druk terugweken. Flet 7e Franse leger was op de uiterste linker vleugel opgerukt naar Zeeland, België ten Westen van de Schelde en via Antwerpen naar Noord-Brabant, doch deze laatste opmars was op 12 Mei gestaakt, nadat de Duitsers door Nederlands Zuid-Limburg over het Albertkanaal waren doorgedrongen. Op 13 Mei had de doorbraak van de Duitsers door de Franse verdediging bij Sedan en verder noordelijk plaats, die de volgende dagen zulke ernstige vormen aannam, dat het 7e Leger geleidelijk zuidwaarts moest worden gezonden, om daar te worden ingezet. Op 14 Mei kwamen de Duitse troepen in contact met de stelling in de lijn Namen - Antwerpen. Op 18 Mei viel Antwerpen en trokken de Belgische troepen achter de Schelde terug. Mechelen, Leuven en Brussel vielen in Duitse handen. De Franse 21e Divisie, werd in de nacht van 17 op 18 Mei afgelost door de Bel gische le Cavaleriedivisie en teruggenomen tot ten westen van het kanaal Gent - Terneuzen, om vervolgens, aanvangende 19 Mei, per spoor naar Noord-Frankrijk te worden vervoerd. De 60e Divisie werd verplaatst naar het kanaal Sas van Gent - Terneuzen, doch moest op 19 Mei vertrekken naar West-Zeeuwsch Vlaanderen, waar zij met de naar België samengetrokken 68e Divisie onder bevel stond van de Franse C.-XVI Legerkorps. In oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen kwam de le Belgische cavaleriedivisie aan, die op 19 Mei post vatte achter het kanaalgedeelte van Sluiskil tot Terneuzen, zuidelijk aangeleund aan delen van de Belgische 17e Divisie. Tussen deze geallieerde troepenverplaatsingen bewogen zich nu de Nederlandse troepen in Zeeuwsch Vlaanderen. Op 14 Mei had de Nederlandse militaire attaché te Brussel, nadat hij bericht had ontvangen over de aanwezigheid van een groot aantal Nederlandse troepen in Zeeuwsch Vlaanderen, bij de Belgische autoriteiten weten te bewerken, dat de Nederlandse troepen via België naar Duinkerken zouden worden afgevoerd en 140

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 160