krijgen, besloot ten slotte, naar Parijs te gaan, om door bemiddeling van de Neder
landse Gezant e.e.a. geregeld te krijgen. Hij was geheel onbekend met de plaats,
waar zich de voorste Duitse aanvalstroepen bevonden en koos zijn route over St.
Omer en Amiens. Daar de wegen overvol met vluchtelingen waren, kwam hij op
20 Mei niet verder dan St. Pol en op 21 Mei reed hij bij Frevent (50 km ten N.
van Amiens) in een Duitse colonne, die hem gevangen nam.
Zeeuwsch Vlaanderen was na het vertrek van de laatste Nederlandse troepen
op 19 Mei het toneel van weinig strijd maar van veel verplaatsingen van Franse
en Belgische troepen.
Naarmate het Belgische leger verder terugtrok, kwam het XVIe Franse leger
korps meer en meer in het etappengebied van dat leger en op 21 Mei werd het
onder het Belgische opperbevel gesteld.
Het kanaal Sas van Gent - Terneuzen was tot 23 Mei bezet door het Belgische
Cav. Korps met 2e Cav.Div. zuid en le Cav.Div. noord, die in de periode van
23-25 Mei werden verplaatst naar west-Zeeuwsch Vlaanderen en vervolgens naar
het Leopoldkanaal. Het Franse XVIe Legerkorps maakte voor de Belgische cava
lerie plaats. De beide divisiën, die sedert 10 Mei in Zeeland waren geweest en
zware verliezen hadden geleden, verlieten op 22 Mei Zeeuwsch Vlaanderen, om
stelling te nemen achter het Leopoldkanaal.
De 68e Divisie vertrok op 23 Mei naar Duinkerken, terwijl de 60e Divisie even
eens daarheen vertrok, toen het Belgische Cavaleriekorps op 25 Mei aan het Leo
poldkanaal stelling nam. Deze verplaatsing had echter in de nauwe en overvolle
kuststrook, waar zich, behalve de troepen, een grote massa vluchtelingen bevond,
zoveel vertraging, dat, toen de capitulatie van het Belgische leger aanstaande was,
deze nog met behulp van Belgische auto's moest worden bewerkstelligd.
De Duitsers hadden op 24 Mei geheel oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen bezet,
terwijl op 27 Mei Duitse onderdelen door het zuidelijk deel van westelijk Zeeuwsch
Vlaanderen tegen de noordflank van het Belgische leger oprukten.
De Zeeuwsch Vlaamse bevolking had dus achtereenvolgens te maken gekregen
met Nederlandse, Franse en Belgische troepen, om ten slotte onder Duitse be
zetting te komen.
Nederlandse troepen in Belgie en Frankrijk
Wij zullen thans nog vermelden, wat het lot der Nederlandse troepen, die naar
België en Frankrijk waren uitgeweken, is geworden.
De Duitse hoofdstoot, die op 13 Mei e.v.d. had geleid tot de doorbraak op het
front tussen Namen en Sedan (inb.), had zich naar de Kanaalkust gericht, die een
week later, op 20 Mei, bij de mond van de Somme was bereikt. Hiervan was de
afsnijding en omsingeling van de ten N. van de Somme strijdende geallieerde
troepen het gevolg. De ring om deze troepen vernauwde zich gaandeweg en het
Belgische leger capituleerde op 28 Mei.
142