Ware dit niet het geval geweest, en daarop moest men zich baseren, dan hadden
de troepen aan de Maas, tussen de Maas en de Rijn, aan en oost van de IJssel de
nodige tijdwinst voor de achterliggende troepen moeten verschaffen om hun stel
lingen te bezetten. De troepen in de Peel-Raamstelling moesten bovendien de
veilige aftocht van III L.K. en Lt.Div. verzekeren.
In de noordelijke provinciën kon men met niet veel minder troepen volstaan om,
voor het geenszins ondenkbare geval, dat daar geen krachtige aanval plaats had, de
toegang aan kleine afdelingen te ontzeggen. In Zuid-Limburg was het noodzakelijk
om door vóór de Maas opgestelde troepen de garantie te verkrijgen, dat de Maas
bruggen tijdig werden vernield, een groot belang voor de Belgen.
Over het algemeen gold voor de vooruit zijnde troepen, dat zij tij
dige waarschuwing en vernieling van de grote rivierovergangen moesten
garanderen.
Ten slotte zal geen land er toe besluiten, buiten het hardnekkig te verdedigen
front zijn gebied zonder enige tegenmaatregel te ontbloten, vóórdat de zekerheid
van aggressie bestaat en het zou in de mobilisatie de bereidheid van ons volk ten
zeerste hebben geschaad, indien daartoe was overgegaan.
Hierbij zij aangetekend dat, behalve de drie Afdelingen verouderde artillerie
in de Peel-Raamstelling, geen artillerie bij deze troepen was ingedeeld en dat een
klein gedeelte daarvan nog voor andere taken is beschikbaar gekomen.
In de Inleiding werd medegedeeld, dat in November 1939 vanwege de Franse
Opperbevelhebber mededeling was gedaan van het voornemen om Franse troepen
naar Noord-Brabant te zenden, ten einde een verbinding tot stand te brengen
tussen de Belgische verdediging bij Antwerpen en de Vesting Holland en de
toegang tot Zeeland te beveiligen. Daarbij werd tevens de suggestie gedaan, aan
dacht te besteden aan het gebied om Breda.
Er werd op gewezen, dat uit deze mededelingen niets bleek omtrent het
tijdstip van aankomst van de Franse troepen in Noord-Brabant. Uit het hierna
als Onderdeel B opgenomen overzicht van de Franse operaties zal blijken, dat
het voornemen om troepen naar Noord-Brabant te zenden ten tijde van die
suggesties nog slechts in een embryonaal stadium verkeerde en dat de bedoe
ling feitelijk was, de voorwaarden voor de uitvoering te scheppen, terwijl de
definitieve uitwerking van de plannen eerst in April is tot stand gekomen.
Het was een van de gevolgen van de neutraliteit, dat nauwkeurig overleg met
de waarschijnlijke toekomstige bondgenoten was uitgesloten met alle gevolgen
van dien.
Bezien we nu nader het verloop van de operaties.
Het Duitse operatieplan omvatte, zoals uit Onderdeel C blijkt, een aanval van
drie zijden op de Vesting Holland (waarin de uiterste weerstand werd verwacht)
nl. via de Afsluitdijk, over de IJssel en door Noord-Brabant en over de Moerdijk-
bruggen.
Deze laatste aanval vormde het zwaartepunt, doch kon slechts succes hebben,
indien de bruggen bij Moerdijk, Dordrecht en Rotterdam bij verrassing werden
148