Een berekening leerde dat ten opzichte van de lijn Turnhout - Reusel de Duit sers: - de 3e of 4e dag contact konden hebben; - de 5e dag een aanval met 2 gemotoriseerde of gemechaniseerde divisiën konden beproeven; - de 6e dag met 5 divisies konden aanvallen; - de 7e of 8e dag ten N. van het Albertkanaal bij Herenthals over 10 divisiën zouden kunnen beschikken. Daarentegen konden van het Franse 7e Leger in en achter genoemde lijn aan wezig zijn: - de avond van de le dag de voorste elementen van 1 D.L.M.; - de avond van de 2e dag het gros dier divisie zonder de per trein vervoerde le Brigade (vechtwagens) en de voorhoede van 25 D.I.M.; - de avond van de 3e dag de voorhoede van 9 D.I.M. en 1 - de avond van de 5e dag de gehele 1 D.L.M. en 25 D.I.M. - de avond van de 7e dag de legerkorpstroepen van I en XVI C.A. en 9 D.I.M. - de 8e of 9e dag de per trein vervoerde 21 en 4 D.I. Generaal Giraud schreef eind Maart aan zijn chef, dat aan de volgende voor waarden moest worden voldaan, om de operatie te kunnen doen slagen le. Voorafgaande nauwkeurige afspraken met de Belgische en Nederlandse autoriteiten. 2e. Luchtoverwicht ter zee, zodat de verbindingen van het 7e Leger tussen de Scheldemond en de lijn Tilburg - Turnhout veilig zouden zijn en ravitaille ring van de aanvang af over zee zou kunnen plaats hebben. 3e. De Belgen dienden het Albertkanaal vast te houden en op dat front dienden de geallieerden de strijd te organiseren. Geschiedde dit niet, dan liep het 7e Leger de kans van zijn basis te worden afgesneden en op de zee te worden teruggeworpen. Door de Franse Service historique de 1'Armee de Terre is afschrift van de correspondentie ter beschikking gesteld van de Nederlandse Krijgsgeschiedkundige Afdeling, die in April is gevoerd tussen generaal Georges, commandant van het Noordoostfront en generaal Gamelin. Daaruit blijkt, dat de Nederlandse militaire attaché te Parijs op 11 April heeft kennis gegeven van het besluit van generaal Winkelman om de Peel-Raamstelling niet krachtig te verdedigen. Generaal Georges schreef op 14 April aan generaal Gamelin, dat dit een moeilijke toestand schiep, omdat dit het voordeel van de vertragende actie van de Neder landers deed verloren gaan en de Fransen dwong, de strijd te aanvaarden N.O. van Antwerpen in een terrein, dat volgens de Nederlandse militaire attaché on- 159

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 179