geschikt was voor de verdediging. Bovendien wees hij er op, dat niet gerekend kon worden op het vast houden van Turnhout door de Belgen. Generaal Gamelin antwoordde, dat de Nederlanders niets hadden gewijzigd in hun opstelling ten zuiden van de rivieren. Hij handhaafde de opdracht van het 7e Leger, omdat hij het onmogelijk achtte, Nederland zonder meer aan de Duitsers te laten en het nodig achtte, de Nederlanders ten minste de hand te reiken en te trachten met hen een verbinding op de grond te houden. Hij deelde voorts mede, dat aan de Nederlanders was gesuggereerdde troepenopstelling ten zuiden van de rivieren te handhaven, in geval van terugtocht de vertragende actie naar het westen, in de richting Breda te voeren en niet naar de rivieren en de verdediging te organi seren in de lijn van de Reusel in de omgeving van Tilburg. Het plan voor het zenden van troepen naar Zeeland, in het bijzonder naar Zeeuwsch-Vlaanderen, was reeds lang in de beschouwingen betrokken, doch kreeg eveneens eerst in April zijn definitieve vorm. Generaal Giraud heeft met grote energie en met uitbuiting van alle mogelijk heden zijn opdracht voorbereid en uitgevoerd. Een uiteenzetting van het opmars plan zal thans worden gegeven (zie schets/kaart Nr. la). De opmars van het 7e Leger naar Noord-Brabant zou op de linker vleugel worden beveiligd door - 68 D.I. (van Amiral Nord), die de bezetting van de Belgische en Nederlandse kust ten zuiden van de Wester Schelde zou versterken en waarvan een deta chement over zee naar Walcheren zou worden vervoerd. - 60 D.I. (onder rechtstreeks bevel van C.-7e Leger), die naar Zeeuwsch-Vlaan- deren zou worden gezonden. Een en ander was als volgt geregeld Het gros van 68 Div. moest de Nederlandse en Belgische bezetting aan de kust ten W. van Breskens versterken. Het voor Walcheren bestemde detachement van deze divisie bestond uit 224 R.I., 1-89 R.A., een Bt.Lu.A., een Comp. motorrijders, genietroepen en verbin dingspersoneel, onder bevel van generaal Durand, de infanteriecommandant van de divisie. Het zou, met materieel een munitie over zee van Duinkerken uit worden vervoerd met 5 kleine schepen in enige echelons. Het transport zou onder bevel staan van schout bij nacht Platon en zou worden beveiligd door marineschepen en luchtstrijdkrachten. Aangezien op grond van binnengekomen berichten geen zekerheid bestond, dat het zeetransport ongehinderd door Duitse zeestrijdkrachten zou kunnen plaats hebben, was op 14 April bepaald, dat de Gr. de Beauchesne zich over land via Breskens, Terneuzen en Walsoorden naar Zuid-Beveland en Walcheren moest verplaatsen en eerst na aankomst van het detachement Durand zou doorgaan naar 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 180