Noord-Brabant om zich te verenigen met Gr. Lestoquoi op de linker vleugel van 1 D.L.M. (zie hierna). Van 60 D.I. zou een gemotoriseerde voorhoede, bestaande uit gemotoriseerde delen van 68 G.R.D.I., 271 R.I. (op auto's), een Afdeling gemotoriseerde artillerie, een batterij pag. en een compagnie genie, in dag- en nachtmars worden vooruit gezonden naar Breskens, Terneuzen en Walsoorden, terwijl een compagnie per torpedoboot naar Vlissingen zou worden gezonden. Het gros der divisie zou in enige nachten, langs de weg en met gebruikmaking van de electrische tram langs de Belgische kust, worden verplaatst naar Zeeuwsch- Vlaanderen en moest de 7e dag geheel ter plaatse zijn. De taak van deze divisie was, de Schelde van Breskens tot Grauw bewaken, de havens Breskens, Terneuzen en Walsoorden sterk bezetten en beweeglijke reserves beschikbaar houden. De opmars van het 7e Leger (min 60 Div.) naar Noord-Brabant was als volgt voorbereid Ter beveiliging van de hoofdmacht zouden 1 D.L.M. (zonder 1 B.L.M., die per spoor werd verplaatst) en Gr. Lestoquoi vooruitgaan en wel - 2 B.L.M., versterkt met artillerie, pag., lu.a., genie enz. over Turnhout naar de lijn Tilburg, Reusel, Zijkanaal van Turnhout; - Gr. Lestoquoi (ter beschikking van 1 D.L.M.) over Antwerpen naar Breda; deze zou later worden verenigd met Gr. de Beauchesne. Achter deze lichte troepen zou de hoofdmacht worden verplaatst in echelons nl. Ie Echelon: noord: I C.A., beschikkende over 25 D.I.M. zuid: XVI C.A., beschikkende over 9 D.I.M. 2e Echelon: 4 en 21 Div., die per spoor werden verplaatst naar het gebied ten Z.W. van Antwerpen; de vechtwagens van 1 D.L.M., 9 en 25 D.I.M. en van de legerreserve, die per spoor zouden worden verplaatst naar het gebied ten N.O. van Antwerpen. 161

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 181