Er had daarna een bespreking plaats, die weinig resultaat opleverde 1), doch waaruit bleek, dat de Nederlandse bataljons aan de Maas waren vernietigd en de overige troepen op de terugtocht waren. Luitenant-kolonel Lestoquoi verzocht de T.B.N.Br., zijn terugtrekkende troepen ten zuiden van Tilburg op te stellen, terwijl deze later, zoals hierboven bleek, van C.-l D.L.M. het verzoek kreeg, zijn troepen te doen teruggaan op de lijn Tilburg - 's Hertogenbosch, dus ten noorden van Tilburg. De Gr. Lestoquoi bezette vervolgens het Wilhelminakanaal van Tilburg tot Oosterhout. Verkenningen naar de Maas en Bergsche Maas werden niet uitge zonden 2). De hoofdmacht van 1 D.L.M. kwam in de loop van 11 Mei aan in het gebied ten Z. en Z.O. van Antwerpen. Gemotoriseerde divisiën 3) van het le Echelon van de hoofdmacht van 7e Leger. Deze divisiën rukten achter de lichte troepen op met voorhoeden vooruit. Voor Nederland is voornamelijk 25 D.I.M. van I C.A. van belang, die moest oprukken naar de Mark van Hoogstraten tot en met Breda. Zeeland De Gr. de Beauchesne overschreed de Frans-Belgische grens te 11.20 en be reikte te ongeveer 15.20 Walsoorden, Terneuzen en Breskens, waar de overtocht over de Schelde werd aangevangen. In de loop van de nacht kwamen: 27 G.R.D.I. te Krabbendijke met vooruitgeschoven elementen te Woensdrecht; 2 G.R.D.I. te Kapelle (5 km ten O. van Goes); 12 G.R.D.I. te St. Laurens-Veere en Oostkapelle op Walcheren. Kolonel de Beauchesne vestigde zijn cp. te Middelburg en lichtte de Comman dant in Zeeland in. In de late avond wendde de C.Z. zich tot de kolonel met het verzoek, namens de Nederlandse O.L.Z., zich met zijn detachement ten spoedigste naar Moerdijk te begeven, teneinde in samenwerking met het Nederlandse detachement de bruggen te heroveren. De kolonel meende hieraan op grond van zijn orders niet te kunnen voldoen. 164 1) Deze bespreking ging vooraf aan die met kolonel Dario te Tilburg en met C.-l D.L.M. te Oost- Malle- T, Zie de hieromtrent weergegeven verslagen op blz. 269, 270 en 271 van het boek: ,,De verdediging van Noord-Limburg en Noord-Brabant. Deze bespreking is eveneens niet vermeld in het reeds eerder vermelde: Les Armees du Nord. 2) Het is niet duidelijk waarom dit niet geschiedde. 3) De infanterieregimenten werden gemotoriseerd door beschikbaarstelling van autotransport- eenheden, die ook voor andere doeleinden konden worden aangewezen. De andere onderdelen der divisie waren gemotoriseerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 184