De Duitsers stootten door naar Woensdrecht en sloten de Gr. Michon te Bergen op Zoom in, die na de gehele 14e Mei in gevecht te zijn geweest, zich gedurende de nacht van 14 op 15 Mei tevergeefs heeft trachten door te slaan. Het Nederlandse detachement had gedurende de nacht geen contact met Fransen kunnen krijgen en trok bij het aanbreken van de dag gedeeltelijk naar Zeeland, gedeeltelijk naar Antwerpen terug. Delen daarvan werden in de gevechten betrokken. C.-25 D.I.M. (generaal Molinié) deed inderhaast een nieuw front vormen zuidelijk van Ossendrecht, dat onder bevel werd gesteld van de infanteriecomman- dant der divisie (generaal Monniaut) en werd bezet door Gr. de Beauchesne, 11-38 R.I., 11-92 R.I. en een Afd. art. van 16 R.A. Hiermede werden de wegen uit N.richting bij Zandvliet en Putte afgesloten. Een divisiereserve, bestaande uit een Bat. van 121 R.I., 38 R.I. (min II), een Afd. art. van 10,5 cm van 216 R.A. en de twee bataljons vechtwagens, werd opge steld bij Brasschaat. In de loop van de morgen van 14 Mei werd 92 R.I. uit N. richting aangevallen en teruggedrongen. De toestand werd echter hersteld door een gesloten en goed uitgevoerde aanval van de beide bataljons vechtwagens. Te 17.00 was het gevecht afgelopen en in de nacht van 14 op 15 Mei werd 25 D.I.M. achter de Belgische stellingen teruggenomen. Bij 1 D.L.M. had de toestand zich als volgt ontwikkeld. De Belgische 18 Div. was onder bevel gesteld van C.-l D.L.M. In de nacht van 13 op 14 Mei was het front teruggenomen op de lijn St. Lenaarts (aansluiting met 25 D.I.M.), Oostmalle, naar het zuiden tot Grobbendonk. In de avond van 14 Mei had een gevecht plaats bij Oostmalle en in de nacht van 14 op 15 Mei werd de divisie met de daarbij ingedeelde troepen teruggenomen naar het gebied ten Z. van Antwerpen. Voor een goed inzicht zij vermeld, dat op 13 Mei de doorbraak van de Franse stellingen tussen Namen en Sedan was begonnen, die oorzaak werd dat de ver plaatsing van het 7e Leger naar een meer centraal gelegen punt achter het bedreig de Franse front werd voorbereid; voorts, dat op 14 Mei het Nederlandse leger buiten Zeeland capituleerde. In Zeeland en het gebied ten zuiden daarvan ondervonden de operaties de in vloed van de strijd ten O. en N.O. van de Schelde en daarna van de noodzakelijk geworden verplaatsing naar elders. Op 14 Mei werden delen van 21 D.I., waarvan des nachts de uitlading was be gonnen, aan de Schelde geplaatst ten Z.O. van 60 D.I., terwijl eveneens leger korpsartillerie op de westoever van de Schelde in stelling werd gebracht, die krachtig vuur ter ondersteuning van de troepen ten N. van de Schelde afgaf. 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 192