ONDERDEEL C
UITVOERING VAN DE DUITSE AANVAL
Het in 1950 bij de Inrichting Uitgeven Boekwerken voor het Leger verschenen
boekwerkje: „Overzicht van de Duitse aanval in Mei 1940, in het bijzonder wat
Nederland betreft", was aanvankelijk bestemd als het onderwerpelijke Onderdeel
C. Sedertdien zijn echter talrijke en gedetailleerde gegevens beschikbaar gekomen,
waaruit bleek, dat vele onjuistheden of onvolledigheden in dat boekwerkje voor
komen, weshalve het noodzakelijk werd, de beschrijving van de uitvoering van de
Duitse aanval op Nederland te herzien.
Het ontstaan van het Duitse aanvalsplan wordt echter niet opnieuw beschreven,
daar dit voldoende duidelijk uit de hoofdstukken I en II van het genoemde boek
werkje blijkt.
In de reeds verschenen, in het voorwoord genoemde, boeken werden de Duitse
operaties op de verschillende gevechtsterreinen reeds beschreven aan de hand van
de toen bekende gegevens.
Uit dit overzicht blijkt de samenhang van die operaties, waarop echter tevens
gedetailleerd is ingegaan, om de nieuwste gegevens daarin te kunnen verwerken.
De operaties zijn beschreven, zoals deze van Duitse zijde in de bevelen en dag
boeken zijn weergegeven.
Vcor zoveel niet anders vermeld, zijn de tijdaanduidingen in Nederlandse tijd
rekening gesteld. De Duitse tijdrekening was een uur en veertig minuten op de
Nederlandse vooruit.
HOOFDSTUK I
OVERZICHT VAN HET OPERATIEPLAN, IN HET BIJZONDER WAT
LEGERGROEP B BETREFT EN DE ONDERSTEUNING VAN
LUCHTVLOOT 2
Het Duitse operatieplan droeg de naam van: „Fall Gelb". Volgens dit plan
werd de aanval op Nederland en België uitgevoerd door Legergroep B, onder
bevel van Generaloberst Fedor von Bock.
De zuidgrens van het operatiegebied van deze legergroep liep noordelijk langs
Keulen en Düren, zuidelijk langs Eupen, noordelijk langs Verviers naar de Maas
ten zuiden van Luik en verder langs de Maas.
De legergroep bestond uit het 18e Leger, onder bevel van General der Artillerie
Georg von Küchler (noord), het 6e Leger, onder bevel van Generaloberst Walter
von Reichenau (zuid) en bovendien uit reserve-eenheden.
176
(Zie schets/kaart Nr. 1)