De scheidingslijn tussen de beide legers liep over Kevelaer (bij 6), Venray (bij 18), Helmond (bij 6), Eindhoven (bij 6), Baarle-Nassau (bij 18), St. Leonard (bij 18). De opdracht van Legergroep B luidde De hieruit voortvloeiende opdrachten aan de beide Legercommandanten luidden Teil zuiden van Legergroep B werd de aanval uitgevoerd door Legergroep A, die tot taak had, de doorbreking van de geallieerde verdediging tussen Namen en de Maginotlinie, het met steun van sterke pantserformaties doorstoten naar de Ka- naalkust in de omgeving van de Somme en daarna het vernietigen, in samenwer king met Legergroep B, van de in België en Noord-Frankrijk ingesloten geallieerde troepen. Teneinde de aanval van Legergroep B te doen slagen, werden twee operaties met luchtlandingstroepen uitgevoerd. De ene had tot doel het vermeesteren van de bruggen over het Albertkanaal ten westen van Maastricht en het uitschakelen van het Belgische fort Eben Emael ten behoeve van het 6e Leger. 177 Legergroep B moet onder inzet van snelle krachten Holland in de kortst mogelijke tijd bezetten en de verbinding tussen het Nederlandse Leger en de Belgische/Engelse strijdkrachten verhinderen. Zij doorbreekt de Belgische grensversterkingen en werpt de vijand op en over de lijn Antwerpen- Namen terug. De Vesting Antwerpen moet in het noorden en oosten, de Vesting Luik in het noordoosten en ten noorden van de Maas worden afgesloten. Het 18e Leger moet zich, zo mogelijk in een ruk doorstotend, in het bezit van Holland ter weers zijden van de rivieren stellen. De noordelijk van de grote rivieren in te zetten strijdkrachten moeten, met snelle troepen vooruit, zo spoedig mogelijk eerst de IJssellinie doorbreken, daarna naar het oostfront van de Vesting Holland doorstoten. Tegelijkertijd stellen ten zuiden van de rivieren de hoofdkrachten van het 18e Leger zich in het bezit van de bruggen bij Moerdijk en over de Oude Maas bij Dordrecht, om in samenwerking met bijzondere verbanden van het zuiden uit in de Vesting Holland door te dringen. De uit Antwerpen te verwachten vijandelijke strijdkrachten dienen op deze vesting te worden teruggeworpen. De Scheldemonding moet, onder beveiliging tegen het noordfront van de Vesting Antwerpen worden afgesloten. Na het in het bezit nemen van het gebied ten noorden van de lijn Nordhorn - Zwolle moet het oostelijk uiteinde van de Afsluitdijk in bezit genomen worden. Het 6e Leger doorbreekt, met het zwaartepunt in het gebied Roermond - Maastricht, de Hollandse en Belgische grensversterkingen en stoot, onder vastberaden uitbuiting van de behaalde voordelen tegen en over de Maas/Scheldekanaal - en Albertkanaal - versterkingen naar het westen door, hoofdrichting Ni velles. Het doorstoten van de Albertkanaalstelling ten westen van Maastricht is van doorslaggevende betekenis. Vroegtijdige en sterke verkenning tegen Antwerpen is belangrijk. De noordvleugel van het leger moet zo worden ingezet, dat hij, over Turnhout gaande, Antwer pen op het oostfront afsluit. Het leger moet sterke reserves achter beide vleugels doen volgen. De Vesting Luik moet, rechts van de Maas op het noord- en oostfront en, met het vorderen van de aanval, links van de Maas in het westen worden ingesloten onder eenhoofdig bevel. Aanval op en uitschakelen van de afzonderlijke delen van de vesting moet, ter vasthouding van de bezetting, van het begin af worden nagestreefd en stelselmatig worden voortgezet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 197