Het spreekt vanzelf, dat de Duitse legerleiding beschikte over uitgebreide ge gevens omtrent de landsverdediging van de landen, die werden aangevallen, dus ook van Nederland. Dit is niets bijzonders, doch wel kan aan de hand van de be schikbare gegevens worden vastgesteld, hoe grondig dit was uitgewerkt. Er waren uitgebreide verhandelingen over de landsverdediging samengesteld, met de verdedigingswerken, de inundatie-mogelijkheden, waterstaatkundige toestand, breedte en aard der rivieren en locale bijzonderheden omtrent belangrijke steden en gebieden. De dislocatie van de troepen, zoals die zich gedurende de mobilisatieperiode had ontwikkeld, was nauwkeurig bekend en in grote trekken was een denkbeeld geformuleerd omtrent de wijze, waarop de Nederlandse legerleiding zich voor stelde, de verdediging te voeren. Niet verwacht was, dat de Grebbelinie de hoofd verdedigingslijn zou vormen; het Oostfront-Vg. Holland was als zodanig aange merkt. Eveneens was niet bekend geworden, dat III L.K. en Lt. Div. niet zouden worden ingezet in de Peel-Raamstelling; de Duitse legerleiding meende, dat deze eenheden strijdend op de Vg. Holland zouden teruggaan. Van de belangrijke bruggen beschikten de erbij betrokken commandanten over foto s of tekeningen met de bewaking, de springladingen met punt van ontsteking enz. De soorten kazematten en andere versterkingen waren evenals de verschillende aangebrachte hindernissen en versperringen, grondig bestudeerd en beschreven. Gedurende de mobilisatieperiode waren de stellingen uit de lucht gefotografeerd en op de buitgemaakte Duitse kaarten (copieën van onze stafkaarten) waren deze opgedrukt, evenals de aanwezige en de mogelijke inundaties. Niet alleen werden gegevens verkregen van V(ertrouwens) mannen, doch ook zijn in Duitsland woonachtige Nederlanders hier en daar in ons leger ingeschoven. Bovendien hadden Duitse officieren in burgerkleding reizen in Nederland ge maakt met bijzondere opdrachten. Van de in Duitsland woonachtige Nederlandse dienstplichtigen, die in het begin van 1940 uit het Nederlandse leger uit veiligheidsoverwegingen met groot verlof waren gezonden, waren lijsten aangelegd met de onderdelen, waarvan zij af komstig waren en vragenlijsten waren opgemaakt, aan de hand waarvan zij moesten worden uitgehoord met betrekking tot details van het Nederlandse leger. Van enkele grote eenheden beschikten de Duitsers over de volledige telefoon lijsten met standplaatsen van de ondercommandanten. De door de Duitsers na het uitbreken van de oorlog uitgevoerde radioluister- dienst was in staat, een groot aantal aan onze zijde uitgezonden radioberichten en -bevelen, af te luisteren. Zij waren voortdurend op de hoogte van de nog in de lucht zijnde radiostations en konden door opgevangen radioberichten en radio peilingen enkele onderdelen, zoals vliegtuigafdelingen en commandoposten, die verplaatst waren, zoals b.v. die van C.-III L.K., op de nieuwe standplaatsen localiseren. Alvorens nu de uitvoering van de aanval nader te behandelen, zij het volgende medegedeeld. 180

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 200