Ockenrode: C.-22 Div. (generaal von Sponeck) vermoedelijk met onge
veer 200 man.
Nabij Overschie: Een groep van ongeveer 200 man onder de divisiearts
(Oberfeldarzt Wischhusen).
Nabij Hoek van Hol
land (Staalduinen): Een groep van ongeveer 100 man.
Valkenburg: C.-I.R. 47 (Oberst Heyser) met enige honderden mannen.
Wassenaarse Slag: Oberlt. Voig met 136 man.
Generaal von Sponeck had aanvankelijk geen verbinding met de andere groepen,
daar de radiocomp. elders was geland. In de avond van 10 Mei gelukte het hem
eindelijk radioverbinding te verkrijgen met C.-2e Luchtvloot (Kesselring).
In de nacht ontving hij bevel, door te breken naar Overschie, ten einde Rotter
dam van het noorden af te sluiten. Op weg daarheen deed hij een aanval op het
stafkwartier van de Groep 's-Gravenhage van het Westfront-Vg. Holland, welke
aanval werd afgeslagen.
Hij trok via 't Woudt en den Hoorn naar Overschie, waar de groep onder de
divisiearts zich bij hem aansloot en waar vermoedelijk op 14 Mei ook nog de groep
uit Hoek van Holland is aangesloten.
Te Overschie stond hij bloot aan aanvallen uit Rotterdam en op 14 Mei tevens
uit N. richting, waarbij op die dag een voltreffer op zijn commandopost viel.
Op 14 Mei te 22.00 (20.20) bracht een pantserspits van 9e Pantserdivisie de
verbinding tot stand, nadat Rotterdam had gecapituleerd.
Bij de groepen Valkenburg en Wassenaarse Slag was de toestand niet ge
wijzigd.
d. DE AANVALSVOORBEREIDINGEN VAN XXXIX L.K. EN HET
BOMBARDEMENT VAN ROTTERDAM
Wij verlieten het XXXIXe Legerkorps vóór Rotterdam, toen dit zich op 14 Mei
voor de aanval gereed stelde.
Volgens Kesselring vroeg generaal Student in de voormiddag van 14 Mei
bij herhaling ondersteuning door Kampfflieger tegen vijandelijke steunpunten
binnen Rotterdam, met het zwaartepunt bij de bruggen, op het tijdstip 14.00
(12.20 Ned. tijd).
Tussen Goering en Kesselring zouden (stundenlange erregte) telefoongesprek
ken hebben plaats gevonden over de vraag, hoe en of die aanvallen moesten worden
doorgevoerd.
Zij waren voor generaal Kesselring aanleiding, de eskadercommandanten in het
bijzonder er op te wijzen, dat zij moesten letten op de lichtsignalen en herkennings-
194
0 Hij vermeldt 13 Mei, doch dit moet op een vergissing berusten. De aanvraag is wel uitgegaan van
de commandopost van C.-7e Vliegerdivisie, doch de aanvrager was in feite C.-XXXIXe Legerkorps.