C.-18e Leger onder bevel was gesteld van C.-XXXIX L.K. en te 16.30 (Ned. tijd) per radio bevel gaf (vermoedelijk aan Student) om; Dit bevel werd ook aan C.-Luchtvloot 2 gezonden, doch werd door „Schlüssel- schwierigkeiten" vertraagd tot 18.23 (Ned. tijd). Wij zijn op het voorgaande uitvoerig ingegaan, omdat in het boek: „De strijd om Rotterdam, Mei 1940" de door veldmaarschalk b.d. Kesselring medegedeelde bijzonderheden niet konden worden opgenomen. Uit de beschrijving blijkt - dat C.-18e Leger reeds op 13 Mei heeft bevolen, Rotterdam zo nodig te ver nietigen; - dat Kesselring beweert, destijds als Commandant van Luchtvloot 2, niets te hebben geweten van de reeds in gang zijnde onderhandelingen over de capitu latie, doch dat uit het verslag van de door hem geciteerde eskadercommandant volgt, dat er reeds berichten daaromtrent waren, vóórdat gestart werd; - dat Goering wenste, dat de capitulatie-onderhandelingen geen storing in de gevechtshandelingen zouden brengen en in de onderhandelingen geen beletsel zag, om de stad te verwoesten (hetgeen intussen reeds had plaats gehad). Overigens moet hierbij worden aangetekend, dat uit de voorhanden gegevens blijkt, dat de Nederlandse weerstand op de noordvleugel (ten noorden van de rivieren) sterker bleek, dan was verwacht en dat het daarom nodig was, de Vesting Holland met daartoe voldoend sterke strijdkrachten van het zuiden uit, in ver binding met de aanval tegen het Oostfront, snel te doen ineenstorten. Ten slotte vermelden wij nog, dat volgens Gesch. 22 Div. bij deze divisie (I.R. 16 inbegrepen) 42 der officieren en 28 der onderofficieren en manschappen was uitgevallen, bij enige onderdelen, b.v. III/I.R. 16 en II/I.R. 65 de helft. In een officiële opgave stond vermeld, dat van 22 Div. waren ingezet, zowel in het gebied der eigen divisie als in dat van 7 VI. Div., 184 officieren en 4790 overige militairen. Hiervan waren de verliezen: gesneuveld: 18 officieren, 160 overigen gewond: 28 officieren, 398 overigen vermist: 5 officieren, 277 overigen gevangen genomen: 9 officieren, 79 overigen. Van 7 VI. Div. zijn geen voldoende gegevens bekend. Generaal von Sponeck en 17 officieren van de divisie ontvingen het ijzeren kruis. 198 zonder rekening te houden met capitulatie-onderhandelingendoor te breken naar generaal von Sponeck en dat hij (Goering), indien hij niet onmiddellijk mededeling ontving van het begin van die door braak, tussen 17.20 en 18.20 (Ned. tijd) door een Kampfgeschwader in drie groepen een bomaanval op de stad zou doen uitvoeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 218