HOOFDSTUK III DE AANVAL VAN HET 18e LEGER TOT 15 MEI 1940 a. HET AANVALSPLAN VAN HET 18e LEGER De opdracht van het 18e Leger is vermeld op blz. 177. Het Leger stond onder bevel van General der Artillerie Georg von Küchler en voerde de aanval uit in drie gescheiden delen. In de noordelijke provinciën trad de le Cavaleriedivisie op, met als zuidelijke grens de lijn Nordhorn (1 Cav. Div.), Mariënberg (X L.K.), de Vecht en het Zwarte Water1). Tussen deze lijn en een lijn, lopende van Dülmen westwaarts naar de Rijn (tussen Wesel en Emmerich), langs de Rijn en de Waal tot Gorinchem, rukte het Xe Legerkorps op, terwijl het XXVIe Legerkorps aanviel tussen deze lijn en de scheidingslijn met het 6e Leger. Volgens de Aufmarschanweisung van C.-18e Leger van 9 Maart 1940 luidden de opdrachten voor de drie delen, zoals deze hieronder in vertaling zijn weer gegeven. 199 (Zie schets/kaart Nr. 1) Ie Cavaleriedivisie stelt zich in het bezit van de provinciën Drente, Groningen, Friesland en het noordelijk deel van Overijssel en vermeestert de noordelijke Afsluitdijk van de Zuiderzee. Het gros der divisie stelt zich in het westelijk deel van de provincie Friesland gereed voor de overgang over de Zuiderzee naar de Vesting Holland ten N. van Amsterdam. Zij bereidt de overgang voor in samenwerking met het Bijzonder Commando Stein 2). Voor de bezetting van de West-Friese eilanden volgt nader bevel. Xe Legerkorps stoot zo snel mogelijk (gemotoriseerde troepen vooruit) over de IJssel met het zwaartepunt bij Arnhem, doorbreekt de Grebbelinie en bereidt daarna de aanval op de Nieuwe Waterlinie3) voor. De Neder-Rijnbrug bij Arnhem moet zo snel mogelijk worden genomen en de verbinding met XXVIe Legerkorps over Nijmegen worden opgenomen. De bezetting van de bruggen over de Neder-Rijn ten westen van Arnhem moet worden nage streefd ten behoeve van de verbinding met XXVIe L.K. XXVIe Legerkorps maakt zich, zo mogelijk door overval (Handstreich), anders door geweld dadige aanval, meester van de Maas-overgangen tussen Ravenstein en Gennep. Het Korps doorbreekt de Nederlandse versterkingen ten N. van de Peelheide en stelt zich daarna onverwijld (gemotoriseerde en gepantserde troepen vooruit) in het bezit van het gebied tussen het Hollandsch Diep en Antwerpen en de bruggen tussen Moerdijk en Rotterdam. Het Korps beveiligt de zuidflank van het Leger tegen Antwerpen en tegen het eiland Walcheren en zendt hiertoe met artillerie versterkte snelle troepen vooruit tot aan de Westerschelde ten N. van Antwerpen en naar het eiland Walcheren. Het scheepsverkeer op de Westerschelde moet door artillerievuur worden verhinderd. De Waalbruggen bij Nijmegen moeten op uur x, die tussen Nijmegen en Moerdijk na doorbre king van de Peelstelling, door zich niet in voorste lijn bevindende troepen worden genomen. Verbinding met X L.K. moet ten spoedigste over Nijmegen, bij voortschrijdende aanval over alle Waalbruggen, naar het noorden worden gezocht. x) In Boekw. Du. aanv." is ten onrechte vermeld, dat de le Cav. Div. onder bevel stond van C.-X L.K. Dit was in een vroeger stadium van het aanvalsplan het geval geweest. 2) Het Sondercommando Stein bestond uit personeel van de Marine. 3) Bedoeld is het Oostfront-Vg.Holland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 219