Uit het vorenstaande blijkt een juist inzicht in de Nederlandse toestand en voornemen, zoals die waren vóór de wisseling in het opperbevel. In Noord-Brabant waren n.l. aanvankelijk achter de Peel-Raamstelling achterhoedestellingen in voor bereiding met het oog op een onder vijandelijke druk uit te voeren achterwaartse verplaatsing. Ook de veronderstelling, dat geallieerde troepen de verbinding tussen het Bel gische leger en de Vesting Holland zouden trachten tot stand te brengen, was juist, al waren het dan geen Engelse, doch Franse troepen, die hiervoor waren aangewezen. 202 Er moet op gerekend worden, dat Nederland en België aan de Frans-Engelse troepen bij het binnenrukken geen werkzame tegenstand zullen bieden. Tegenover de Duitse tegenmaatregelen zullen beide landen, naar het zich laat aanzien, zich verweren. In verband daarmede moeten de Nederlandse en Belgische troepen als vijand worden beschouwd, waar zij tegenstand bieden. Het Nederlandse leger zal vermoedelijk in aansluiting aan de versterkingen en uitgebreide water hindernissen tegenstand bieden. Aanvalsondernemingen zijn voorlopig niet waarschijnlijk. De Nederlandse weerstandskracht zal spoedig gebroken zijn, wanneer snelle resultaten worden bereikt. Met de poging van de Engelsen, de Nederlanders van Antwerpen uit of over zee troepen toe te zenden en de Vesting Holland als steunpunt voor hun luchtstrijdkrachten te benutten, moet worden gerekend. De volgende strijdwijze kan worden verwacht: Noordelijk van de Maas behoeft in het gebied ten oosten van de IJssel niet met noemenswaardige tegenstand te worden gerekend, doch wel met talrijke versperringen op wegen en bruggen. Aan de IJssel - Maaslinie is slechts vertragende weerstand van zwakke vooruitgeschoven troepen te verwachten. Deze zullen ten noorden van de Maas op de Grebbelinie uitwijken. De Grebbelinie en de Peelstelling zullen worden verdedigd. Ten zuiden van de Maas zijn, behalve de 5 - 10 km westelijk van de Peelstelling lopende, in aanbouw zijnde stelling Ravestein - Helmond - Zuid-Willemsvaart en het bruggenhoofd 's-Her- togenbosch geen achterwaartse stellingen meer voorbereid. De zuidelijk van de Maas strijdende troepen zullen na het opgeven van de Peelstelling vermoede lijk trachten, nog vertragend in de stelling Ravestein - Helmond - Zuid-Willemsvaart te strijden, om tijd te winnen voor de aankomst van geallieerde strijdkrachten. Bij bedreiging van Noord-Nederland uit het zuiden, moet met de poging tot vroegtijdig doen springen van de bruggen over de rivieren rekening worden gehouden. Wanneer de in de Grebbelinie ingezette troepen doorbroken zijn, zullen zij trachten, naar de Nieuwe Waterlinie uit te wijken. Daarin en in de Zuiderwaterlinie zal het Nederlandse leger het zuidwest- en zuidfront van de Vesting Holland verdedigen. Noordelijk van Amsterdam is de Vesting Holland door verouderde forten en inundeerbaar gebied beschermd. Het Belgische leger staat met de hoofdstrijdkrachten in de lijn Antwerpen - Albertkanaal - Luik, met vooruitgeschoven troepen aan het Antwerpen - Turnhout - en Maas - Scheldekanaal gereed voor de afweer van de Duitse opmars. De massa van het Engels-Franse leger in Frankrijk, ongeveer 70-80 divisiën, daaronder minstens 25 gemotoriseerde divisiën, staat gereed om op elk ogenblik naar België op te marcheren. Het kan bestemd zijn voor het opvangen van een Duitse doorbraak of ook ter versterking van de Belgische weerstand. Indien de vijand tijd wordt gelaten, dan kan hij behalve het Belgische ook het Nederlandse leger troepen toevoeren en tot een tegenoperatie tegen front en vleugel van het Duitse leger overgaan. In ieder geval moet er mede rekening worden gehouden, dat de Engelsen zullen trachten, van Antwerpen over Tilburg en Moerdijk de verbinding met de Vesting Holland tot stand te brengen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 222