Ook te Stavoren werd de Nederlandse torpedoboot waargenomen, die, naar men dacht, mijnen legde. Niet met zekerheid is bekend, waar de divisiereserve (R.R. 21) legerde; vermoe delijk te Sneek en omgeving. De divisiecommandant vestigde zich te Sneek. De opdracht voor 12 Mei was, de overgang over de „Zuiderzee" voor te be reiden, welke niet vóór de nacht van 13 op 14 Mei mocht plaats hebben. Op 12 Mei (zie schets/kaart Nr. 4) voerde de Radf. Abt., versterkt met een Af deling artillerie van r.A.R. 1 (min een Bt.) een aanval uit op de Wonsstelling tus sen Zurich en Wons. Hierbij werd, behalve van de ingedeelde eigen zware wapens, tevens gebruik gemaakt van een van het vliegveld Leeuwarden aangetrokken batterij van 2 cm tl. Na artillerievoorbereiding begon de aanval te 12.50. Reeds te 13.20 was de eerste kazemattenlinie genomen en te 17.20 was de Afsluitdijk bereikt. R.R. 2 was uit het gebied noordoost van Leeuwarden aangetrokken naar Frane- ker, doch behoefde niet in de strijd te worden ingezet. Volgens de Duitsers zou de vermeestering van de stelling heel wat meer moeite hebben gekost, indien de bezetting meer strijdlust had betoond. Bij de Zuidgroep begonnen op 12 Mei de voorbereidingen voor de overtocht over het IJsselmeer. In de havens van Stavoren en Lemmer werden de versper ringen opgeruimd en schepen werden bijeengebracht en voorzien van stukken geschut. Daar Makkum niet bruikbaar bleek, werd R.R. 1 verplaatst naar Hemelum en Bakhuizen (ten oosten van Stavoren). R.R. 22 werd in Stavoren afgelost en deze plaats werd bezet door het Eskadron Cav. geschut, het Eskadron pantserafweergeschut en 5 Bt. van r.A.R. 1. Inmiddels was gebleken, dat er niet genoeg scheepsruimte beschikbaar was om een onderneming uit te voeren tegen de Afsluitdijk ten westen van Kornwerder- zand, terwijl het twijfelachtig was, of de sterke betonversterkingen op Kornwer- derzand door een aanval zouden kunnen worden genomen. De D.C. gaf echter opdracht, op 13 Mei (zie schets/kaart Nr 5) een aanval uit te voeren na een krachtige artilleriebeschieting. Hieraan zou worden deelgenomen door een Afdeling van het Regiment artillerie en door de luchtdoelbatterij. De aanval zou tegen de avond worden uitgevoerd. Te voren werd echter op 13 Mei te ongeveer 15.30 getracht, Kornwerderzand door „bluf" in handen te krijgen. De burgemeester van Harlingen werd, onder voorschildering van geweldige voorbereidingen en een te verwachten bloedbad, gesuggereerd, de commandant van Kornwerderzand tot overgave te bewegen. De burgemeester nam echter contact op met de Commissaris der Koningin en het spreekt van zelf, dat hiervan niets werd uitgevoerd. De aanval werd na artillerievoorbereiding in de avond uitgevoerd door 5 stoot troepen, doch kwam in het hevige mitrailleurvuur tot staan. Er werden verliezen geleden, waaronder een officier. 207

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 227