Daarna moest de gemotoriseerde afdeling von Scholtz, met achterlating van de pioniers, de brugcolonne en de onderdelen van I.R. 368, over Otterlo naar Wolf- heze rijden, een compagnie aanwijzen om in afwachting van een daartoe aange wezen onderdeel van 227 Div. het radiostation Kootwijk te bezetten en verbinding met die divisie houden. Bij Wolfheze zou de afdeling weder ter beschikking komen van de S.S. Groep, die over Renkum naar de Grebbeberg moest oprukken. I.R. 368 met de achtergebleven delen van de Abt. von Scholtz, moest in snelle marsen naar Doesburg en vervolgens naar Dieren en Ellecom oprukken, aldaar tot nader bevel blijven en zich naar het N., W. en Z. beveiligen, alsmede verbin ding opnemen naar N. en Z. (Oberst Neyholdt, C.-I.R. 322) I.R. 322 en III/A.R. 207; bovendien Abt. Brückner; de Pantzerjagerabt. 207 (min een sectie). De groep (zonder Abt. Brückner) moest bij 's-Heerenberg en W. daarvan de grens overschrijden, over Zeddam en Beek oprukken naar het gebied ten O. van Didam en zich daar gereed houden om op nader bevel op te rukken, hetzij naar Doesburg, hetzij naar Baar (Z. van Rheden) of naar Westervoort. De Abt. Brückner moest bij Netterden de grens overschrijden, over Azewijn, Wehl naar Angerlo stoten, de Oude-IJsselbruggen ten Z. van Doesburg nemen en, indien de Abt. von Scholtz nog niet aanwezig was, de IJsselbrug bij Doesburg nemen en open houden. Zij zou na het nemen van de IJsselbrug onder bevel treden van C.-Groep I.R. 368. (Standarteführer Keppler) S.S. Standarte der Führer (zonder II), II/ A.R. S.S., 1 Pionierbat. 207, vervoerd op Brugcolonne 2/412, 11/IV/A.R. 256 en een radiogroep van Vbd. A. 207. Deze groep moest bij Babberich de grens overschrijden, over Westervoort, Arnhem en Wageningen oprukken, de Grebbelinie ten W. van Wageningen door breken en een bruggenhoofd bij Rhenen vormen. Bij vernieling van de IJsselbrug bij Westervoort en vijandelijke weerstand moest de groep ter weerszijden van de brug zo snel mogelijk tot een aanval over de rivier overgaan, het fort Westervoort nemen en tot aan de W. rand van Arnhem door stoten, terwijl motorrijders gereed moesten worden gehouden om in de richting Wageningen op te rukken. In dit geval werd de hierna genoemde Groep pantsertrein voor de aanval over de IJssel onder zijn bevel gesteld. Ten W. van de IJssel moest gezorgd worden voor bezetting en beveiliging van de drie bruggen over de Neder Rijn (bij Arnhem, Oosterbeek en Rhenen), welke later zou worden overgenomen door de Abt. Brückner. Verband moest worden opgenomen met de Abt. von Scholtz, die later over 217 Groep I.R. 322 S.S. Groep

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 237