I.R. 322 bereikte te 5.55 Didam en bleef daar in afwachting van nadere bevelen. De pantsertrein bereikte te ongeveer 4.50 de brug bij Westervoort, doch kon deze niet overschrijden door de kabel-versperring. Terwijl getracht werd, deze met de trein te forceren, ging de brug de lucht in en de trein werd door een vol treffer in de locomotief aan zijn plaats gebonden. Uit de trein werd vuur geopend op het fort Westervoort, waar branden ontstonden. De troepentreinen reden terug en werden ontladen. De bezetting (I en 10/I.R. 374) werd bij de S.S. Groep ingedeeld. Deze had door wegvernielingen vertraging en kwam met de voorste afdelingen eerst te 5.35 aan. Het vuurgevecht, dat met de Nederlandse troepen werd gevoerd, duurde tot 8.50, toen op het fort Westervoort de witte vlag werd uitgestoken. III/S.S.d.F. werd over de rivier gezet en was reeds te 10.05 te Arnhem. Door de intussen naar voren gezonden Pioniergroep werd brugslag uitgevoerd, die te 15.50 was beëindigd. De gehele S.S. Groep ging nu over de IJssel en be reikte in de avond, na hevige tegenstand Renkum. Het Esk. Wielr. 207 overschreed het Pannerdensch kanaal en bereikte, na tegen stand te hebben overwonnen, Eist. I/S.S.A.H. (legerkorpsreserve) werd op 10 Mei naar Arnhem gezonden. De divisiecommandopost werd in de avond naar hotel Sonsbeek te Arnhem verplaatst. De S.S. Groep ontving opdracht, op 11 Mei te 7.50 over Wageningen aan te vallen en de vóórstellingen voor de Grebbelinie en de Grebbeberg te nemen. Daartoe werd in de nacht de Abt. von Scholtz (zie blz. 219) uit Dieren over Arnhem naar de S.S. Groep gezonden, die daardoor compleet werd en beschikte over II/A.R.S.S. en IV/A.R. 256 (min 12), een compagnie pioniers en een radio troep. Op 11 Mei te 8.50 werden C./A.R. 207, III/A.R. 207 en een lichtmeetsectie bij de S.S. Groep ingedeeld. Overigens werd de groepering van de divisie als volgt: Pantzerjagerabt. 207 (Brückner), des nachts naar Oosterbeek vertrokken, werd daarna de Betuwe ingezonden met de opdracht, tezamen met het Esk. Wr. 207, de Betuwe te zuiveren en het fort Pannerden te nemen. LR. 322 en III/A.R. 207 waren des nachts over Westervoort naar Oosterbeek gedirigeerd. Daarna werd III/A.R. 207 naar de S.S. Groep gezonden (zie boven) en I.R. 322 werd naar Bennekom verplaatst, waar het een eventueel oprukken naar de Grebbe berg of naar Ede moest voorbereiden. I.R. 368 en I/A.R. 207 werden eerst naar Velp en daarna naar Ede verplaatst, waar deze groep legerkorpsreserve werd, met opdracht, op de noordvleugel te verkennen en vast te stellen, waar de voorste eenheden van 227 Div. waren en waar de Nederlandse troepen bij Klomp en Scherpenzeel stonden. I.R. 374 werd 11 Mei verplaatst naar Arnhem, waar zich ook I/S.S.A.H. bevond. De groep divisieartillerie marcheerde 11 Mei 7.20 af naar Oosterbeek. Te 8.50 werd C.A.R. 207 ingedeeld bij de S.S. Groep (zie boven). II/A.R. 207 en III/ A.R. 311 bleven ter beschikking te Oosterbeek. 220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 240