Samenvattende groepeerde de divisie zich met drie regimenten infanterie tegenover de Grebbestelling, waarvan het S.S. regiment als aanvallend regiment werd gesteund door drie Afdelingen artillerie, terwijl het noordelijke, versterkt met een Afdeling artillerie, als legerkorpsreserve de noordflank van 207 Div. beveiligde en de verbinding vormde met 227 Div. Bovendien stonden nog twee Afdelingen artillerie ten westen van Arnhem gereed om zo nodig te worden inge zet en was er nog een regiment infanterie en een S.S. bataljon te Arnhem in reserve. De zuidflank werd in de Betuwe beveiligd door de Afd. Brückner. De S.S. Standarte slaagde er in de loop van de 11e Mei in, de voorpostenstrook voor de Grebbeberg te vermeesteren en door te dringen met het linkervóór bataljon (III) tot de Grebbeberg, met het rechtervóórbataljon (I) tot 400 m daar vandaan en met II in reserve. Ter ondersteuning stonden in stelling: II/A.R. S.S., III/A.R. 207 en IV/A.R. 256 (min 12) ten O. van Wageningen. De groep Brückner wist in de avond van 11 Mei het fort Pannerden te doen vallen. De divisiecommandopost werd te 18.20 gevestigd in het hotel Wageningsche berg. Op last van C.-X L.K. werd I/S.S. Adolf Hitler weggezonden naar Anholt (midden tussen Emmerich en Bocholt) ter beschikking van C.-18e Leger. De D.C. had de indruk, dat de Nederlanders de bedoeling hadden, de Grebbe- linie te ontruimen, hoewel er aan beide zijden van de Grebbeberg sterke weer stand was. De commandant van de S.S. Standarte moest van zijn voornemen, om zich door een nachtelijke aanval meester te maken van de Grebbeberg afzien, daar hij tijdens de gereedstelling hevig mitrailleur- en artillerievuur ontving. Toestand bij x l.k. De toestand aan het eind van de 11e Mei was dus, dat van 227 Div. twee snelle groepen zich te Barneveld bevonden, doch dat de divisie nog bezig was met de overtocht over de IJssel. 207 Div. daarentegen had reeds de voorposten voor de Grebbeberg terug geworpen en stond gereed om op 12 Mei de aanval op de Grebbeberg in te zetten met steun van drie en mogelijk zelfs van vijf Afdelingen artillerie, terwijl een regiment infanterie te Bennekom stond, een regiment infanterie en een Afdeling artillerie als legerkorpsreserve te Ede, een regiment infanterie te Arnhem. Bovendien bevond zich een Groep, bestaande uit de Pantzerjagerabt. en een versterkt eskadron wielrijders in de Betuwe. C.-X L.K., die zijn commandopost te Velp had gevestigd, gaf te 21.05 een bevel uit, waarin hij de divisiën zijn dank uitsprak voor het volvoeren van de eerste op dracht en (op grond van de berichten van C.-207 Div.) het vermoeden uitsprak, dat de Nederlanders de Grebbelinie niet zouden willen houden, doch zouden 221

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 241