bataljon rukte daarna voorwaarts tot tegenover de Grebbelinie en kreeg aansluiting bij het wielrijdersbataljon 227 (S.G.Z.). S.G.Z. had intussen met een deel doen verkennen naar Scherpenzeel x). Daar bij waren veel gevangenen gemaakt te Renswoude. Vijandelijke artillerie gaf vuur stoten af, doch de verkenning was in Scherpenzeel doorgedrongen. Het gros van de divisie werd na de overtocht over de IJssel aanvankelijk samen getrokken in het rayon Beekbergen, Harskamp, Hoenderloo, doch later verder westelijk verplaatst. De divisiecommandopost werd van Zutphen verplaatst, eerst naar Harskamp en in de avond naar Barneveld. De berichten, die bij de D.C. binnenkwamen, wezen er op, dat de Grebbelinie zeer sterk bezet was, dat de inundatiën zich uitbreidden en dat een doorbraak bij Amersfoort onmogelijk scheen. Na een persoonlijke verkenning kwam hij tot de slotsom, dat een aanval bij Scherpenzeel de meeste kans van slagen bood en daarom verzocht hij aan de leger korpscommandant, de aanval bij Scherpenzeel te mogen uitvoeren. Deze gaf slechts toestemming, om aldaar een plaatselijke aanval te doen, waarvoor de D.C. I/I.R. 328 aanwees. Deze aanval kwam echter niet meer tot uitvoering, daar op herhaalde aandrang toch toestemming werd verkregen om de aanval bij Scherpenzeel uit te voeren. I/A.R. 207, dat zich bij I.R. 368 (207 Div.) te Ede bevond, werd ingedeeld bij 227 Div. De voorbereidingen voor de aanval bij Scherpenzeel werden nu getroffen. De 207e divisie op 12 mei Ook bij deze divisie was de D.C. tot de conclusie gekomen, dat hij tegenover een sterk verdedigde stelling stond. Hij achtte een krachtige artilleriebeschieting nodig en van de uitwerking daarvan zou het tijdstip van de aanval afhangen. Behalve de reeds in stelling staande artillerie werd ook III/A.R. 311 in stelling gebracht en II/A.R. 207 werd naar Heelsum (tussen Oosterbeek en Wageningen) aangetrokken. Van I.R. 322 te Bennekom werd het Ie Bataljon naar Wageningen gezonden en ter beschikking van de S.S. Standarte gesteld. De divisie kreeg de beschikking over 3-II/Flak 241, welke luchtdoelbatterij de dag te voren te Westervoort was aangekomen voor de bescherming van de nieuwgebouwde IJsselbrug. De batterij kwam in stelling tussen Wageningen en Renkum. Te 8.35 werden de volgende versterkingen ter beschikking gesteld van de Groep Brückner in de Betuwe: II/I.R. 374, versterkt met een sectie pioniers en twee secties infanteriegeschut, en 5/A.R. 207. 223 0 Scherpenzeel behoorde feitelijk tot het vak van 207 Div.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 243