Art. Co. 22, Beob. Abt. 30 en zware Mortierbatterij 755 rukten weder in. Alvorens de vervolging kon worden ingezet, moesten door de pioniers twee bruggen over de (opgezette) Lunterensche beek worden gebouwd. Tegen de avond werd vernomen, dat het Nederlandse Leger de wapens had neergelegd en werd de opmars stopgezet. De divisie bevond zich toen in het gebied te en ten Z. van Amersfoort. Bij de 207e Divisie was te 0.15 een overgang over de diep ingezonken spoorbaan bij Rhenen gereed, zodat de vervolging kon worden ingezet. De S.S. Vorausabteilung (onder onderofficier Schneider) bereikte te 3.20 Amerongen en nam een groot aantal Nederlandse militairen gevangen. Zij reed daarna met een deel over Doorn en met een ander deel naar Wijk bij Duurstede. De S.S. Standarte werd aangezet over Prattenburg (Z.W. van Veenendaal) en moest de noordvleugel van de divisie beveiligen. Later schijnt deze een andere opdracht te hebben ontvangen. LR. 322 bereikte te 10.50 Doorn en te 13.20 met een verkennende groep de omgeving van fort Vechten (Z.O. van Utrecht). I.R. 374 (min II) doorschreed de Grebbeberg te 4.20 en bereikte Amerongen te 10.20. I.R. 368, tot nu toe korpsreserve, werd in mars gezet over Wageningen en be reikte 15 Mei Zeist. Tot strijd is het slechts gekomen op het Lekacces-noord, waar een S.S. Afdeling (vermoedelijk de S.S. Standarte in zijn geheel) optrad en bij Neerlangbroek, waar een onderdeel van I.R. 374 in gevecht kwam met een Nederlands achterhoede bataljon, nl. 1-14 R.I. De groepering van de divisie is niet nauwkeurig bekend, doch vermoedelijk was deze: I.R. 322 te De Bilt, I.R. 368 te Zeist, I.R. 374 ten zuidwesten van Doorn en de S.S. Standarte op het Lekacces-noord. Tussen de Lek en de Waal bevond zich de Groep Brückner in hoofdzaak in de omgeving van Culemborg. De verdere gebeurtenissen zijn genoegzaam bekend uit de Nederlandse gege vens. Te 13.50 werd door C.-207 Div. overgave van Utrecht geëist, hetgeen werd afgewezen, doch te 16.50 liet de Commandant van Groep Utrecht van de Vesting Holland weten, dat op bevel van de Opperbevelhebber de wapens werden neer gelegd. Onderdelen van 207 Div. bezetten nog dezelfde dag Utrecht. De gebeurtenissen waren sneller verlopen, dan was verwacht, want C.-18e Leger gaf nog te 18.00 (16.20 Ned. tijd) het in Bijlage C. IV vervatte bevel uit, waaruit blijkt, dat voor 15 Mei de voortzetting van de aanval werd bevolen t.w. Ie Cav. Div. over het IJsselmeer, X L.K. bij en Z. van Utrecht, XXXIX L.K. over de lijn Gouda - Leiden naar Amsterdam. Nadat op 14 Mei de wapens waren neergelegd en op 15 Mei de capitulatie onderhandelingen te Rijsoord hadden plaats gehad, werd een nieuw bevel uit gegeven, opgenomen als Bijlage C.V. 227

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 247