Overvalpatrouilles werden enige uren voor uur x uitgezonden naar de bruggen bij Hatert, Malden en Heumen (aan het Maas-Waalkanaal), terwijl een pantser- trein op het uur x werd gedirigeerd naar de bruggen bij Neerbos. De overvalpatrouilles maakten gebruik van burgerkleding en Nederlandse marechaussee-uniformen. Het verloop van de aanval was het volgende: De onderneming Trojaanse paard kon niet worden uitgevoerd, daar aan Neder landse zijde een verbod voor het 's nachts varen op de Rijn was uitgevaardigd en een oorlogsschip dit controleerde. De Groep Nijmegen rukte op uur x over de grens en bereikte de bruggen te ongeveer 4.45, die toen echter reeds waren opgeblazen. De Groep Grave kreeg met de overvalpatrouilles de bruggen bij Heumen en Mal den onvernield in handen, doch de laatste werd door de Nederlanders her overd. Bij Heumen duurde het, als gevolg van de ondervonden weerstand nog tot het middaguur, vóórdat op de westelijke oever voorwaarts kon worden gegaan. De brug bij Hatert viel beschadigd in Duitse handen, doch kon worden ge bruikt. De bruggen bij Neerbos werden door de Nederlanders vernield. Doordat de groepscommandant het verkregen succes niet uitbuitte, bereikte zijn Groep niet tijdig de bruggen bij Grave en Ravenstein, zodat deze door de Nederlanders werden opgeblazen en de mogelijkheid om 9 Pantserdiv. buiten de aanvallende 254 en 256 Div. te doen oprukken, hiermede verloren ging. De Groep I.R. 474 had een Vorausabteilung, bestaande uit een versterkt bataljon infanterie, naar Mook gezonden, die de spoorbrug eerst bereikte, nadat deze was opgeblazen. De rivierovergang moest dus worden geforceerd door de Groepen I.R. 474 en I.R. 454. Hiertoe werden I en IV A.R. 254 en le Bt. van art. Abt. 629 in stelling gebracht onder de Art. C. 254 achter I.R. 474. De overgang gelukte eerst na zware strijd, doch te ongeveer 11.00 was de west oever van de Maas in bezit genomen. Bij Mook werd daarna een 8 tonsbrug geslagen. De divisie begon, nadat de weerstanden waren opgeruimd, de opmars naar de Peel-Raamstelling, doch vorderde langzaam tengevolge van talrijke vernielingen, die zij op haar weg vond. Eerst in de avond werd contact met de Peel-Raamstelling verkregen. Aangezien 9 Pantserdiv. over de Maas moest worden gevoerd, had 254 Div. slechts een beperkte tijd, om van de brug bij Mook gebruik te maken en konden het reserve-regiment, de artillerie en verschillende treincolonnes niet meer over de Maas gaan. In de avond had op aanvraag van de D.C. te 19.00 een bomaanval plaats, in aansluiting waaraan de aanval ter doorbreking van de Peel-Raamstelling zou wor den uitgevoerd, hetgeen echter niet meer mogelijk bleek. 232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 252