Bij de verdere opmars naar het westen trok XXVI L.K. met 208 Div. zuid
langs Zeeuwsch Vlaanderen, waarin slechts zwakke beveiligende afdelingen op
traden, terwijl 225 en 256 Div. nog te Antwerpen bleven.
Op 22 Mei, terwijl 208 Div. nog tegenover het kanaal Gent - Sas van Gent
stond, werd 256 Div. langs de zuidgrens van Zeeuwsch Vlaanderen ingeschoven
en op deze dag werd 227 Div., die, zoals wij hiervóór zagen, naar Rotterdam en
Dordrecht was verplaatst, met de infanterie per schip, de artillerie en de treinen
per spoor over Antwerpen naar oost-Zeeuwsch Vlaanderen vervoerd.
Het zwaartepunt van de aanval werd bij IX L.K. gelegd en op 23 Mei werd
225 Div. achter dat legerkorps gebracht, dat intussen Gent had bezet.
Op 25 Mei werd 227 Div. uit oost-Zeeuwsch Vlaanderen eveneens naar dat
legerkorps verplaatst.
Bij de verdere operaties, die gevolgd werden door de capitulatie van het Belgi
sche leger op 28 Mei, bleef XXVI L.K. (256 Div. noord en 208 Div. zuid) met de
hoofdkrachten ten Z. van Zeeuwsch Vlaanderen, terwijl slechts kleine afdelingen
in Zeeuwsch Vlaanderen optraden.
In het voorgaande hebben wij het 18e Leger geheel behandeld.
Wij dienen thans echter terug te keren tot 10 Mei, teneinde de operaties van het
6e Leger te beschrijven.
245