Hiermede bezig zijnde, sprong de brug (4.30), waarbij de luitenant en 9 pioniers de dood vonden en 6 man werden gewond1). Een tweede groep, op rijwielen, onder Oberleutnant Franken, bereikte de brug iets later en bezette de westrand van Venlo. De derde groep werd gevormd door het gros van III/I.R. 234 onder Hauptmann Hildesheim en werd per goederentrein achter een pantsertrein vervoerd. Zij werd door vuur gedwongen, de trein te verlaten en bezette na hevige strijd 2) het station. Het bataljon poogde de Maas over te trekken, hetgeen door het Nederlandse vuur niet gelukte. I.R. 234 (min III) overschreed de grens met de spits te 3.55 en dé hoofdmacht had deze te 4.50 geheel overschreden. Te 7.20 greep het He Bataljon in de strijd aan de Maas in. Inmiddels was de D.C. te 5.20 te Venlo aangekomen. Ondanks de ondersteuning door twee Afdelingen artillerie, gelukte het niet, de Maas te overschrijden en C.-I.R. 234 gaf bevel, tot de verdediging over te gaan. C.-A.R. 156, die verkenningen had laten uitvoeren, ontdekte, dat een paar km noordelijk de overgang wel mogelijk was en daarop gaf de D.C. bevel, met achter lating van een bataljon te Venlo, de Maas tussen Grubbenvorst en Venlo te over schrijden. Nadat de D.C. nogmaals drang had uitgeoefend, begon deze overgang te 19.40. Wij zagen reeds, dat het bataljon uit Grubbenvorst, dat reeds te 16.20 bevel had ontvangen, op de westoever naar het zuiden te stoten, te laat kwam om nog invloed op de strijd bij Venlo uit te oefenen. Intussen was bij I.R. 192 ook de Aufklarungs Abt. 25 3) overgezet en was I.R. 192 opgerukt naar Maasbree. Een Vorausabteilung, met gevorderde vervoermiddelen samengesteld, waarbij delen van de Aufkl.Abt. waren ingedeeld, werd uitgezonden naar Heldensche Dijk (ten O. van Meyel), waar deze te 15.30 het hoofd stootte tegen het door kaze matten verdedigde dubbele kanaal (kanaal van Deurne en Helena- of Peelvaart). Het regiment volgde met twee bataljons, doch kon naar de mening van de R.C. zonder artillerie niet aanvallen, zodat het ging legeren, in afwachting van de artillerie. De Aufklarungsabteilung werd verplaatst naar Roggen (west van Maasbree), ter beveiliging van de noordelijke flank. Het noordelijke regiment was aanvankelijk opgerukt naar Horst en Sevenum en rukte daarna met twee bataljons eveneens op naar I.R. 192, dat het te 19.20 bereikte. Het late gereed komen van de brug bij Grubbenvorst gaf zeer veel vertraging in de Maasovergang en het aantrekken van artillerie en treinen, zodat ook de vol- 248 1) Volgens een Nederlands gegeven zou deze patrouille in Nederlandse uniform gekleed zijn geweest, doch dit is niet bevestigd. 2) Met wie hier strijd is geleverd, is niet na te gaan. 3) Bij deze divisie had de Aufklarungsabteilung niet hetzelfde nummer als de divisie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 268