Op de noordvleugel bevond zich de Aufkl. Abt. 25, die met Mitrailleurbat. 6 werd versterkt. Zuidelijk daarvan vielen I.R. 171 en I.R. 192 aan op het Zijkanaal van Turnhout, waar zich delen van de Belgische 18e Div. bevonden. Op 13 Mei (zie schets/kaart Nr. 5) drong 56 Div. verder op tegen het Zijkanaal van Turnhout. 30 Div. vocht ten zuiden daarvan op Belgisch gebied. 216 Div. rukte over Eindhoven naar het zuidwesten op. Op 14 Mei werden de Fransen en Belgen verder teruggedreven en rukte 56 Div. op in het gebied tussen het Kanaal van Antwerpen naar Turnhout en het Albertkanaal. Vervolgens trok deze divisie over het Albertkanaal, terwijl 216 Div. ten noorden van 56 Div. in voorste lijn werd gebracht, zodat de drie divisiën naast elkaar stonden. 216 Div. verliet tenslotte eveneens ons grondgebied. IX L.K. is beschreven tot het tijdstip, dat de laatste divisie daarvan ons grond gebied verliet. Bij de volgende legerkorpsen kunnen wij kort zijn, daar deze zich spoedig na de Maasovergang op Belgisch gebied bevonden. c. DE AANVAL VAN HET Xle LEGERKORPS (Generalleutnant Joachim von Kortzfleisch) 19e Divisie viel aan met I.R. 59 en Aufkl. Abt. 19 op Buggenum en I.R. 74 op Roermond. Te x-3 (0.55) werden overvalpatrouilles over de grens gezonden, die behoorden tot de 4e Compagnie van het Bat. z.b.V. 800. Bovendien moest pantsertrein 5, gevolgd door een troepentransporttrein met II/I.R. 59 op uur x de grens over schrijden en naar Buggenum rijden, teneinde de brug te bezetten. De voor de spoorbrug bij Buggenum aangewezen patrouille bestond uit een onderofficier (Haut), 10 man en een gids, die overalls over de uniform droegen en voorzien waren van pikhouwelen, terwijl zij vervalste legitimatiebewijzen bij zich hadden. Zij deden zich voor als spoorwegarbeiders, doch werden ontmaskerd. Toch zagen zij kans, de wacht op de oostoever te overvallen en buiten gevecht te stellen, waarna zij de brug oprenden, om de lading onschadelijk te maken. Dit mislukte, daar de brug nog door de Nederlandse wacht op de westoever kon worden opgeblazen. Een deel der patrouille kwam in de Maas terecht. De verliezen waren 1 dode, 5 gewonden en 2 vermisten. De daarna oprijdende pantsertrein werd onklaar geschoten en moest, evenals de troepentrein, worden verlaten. I.R. 59 kon eerst na hevige strijd te 7.20 de westelijke Maasoever in handen krijgen. 251 (Zie schets/kaarten Nrs. 1 en 2)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 271