De D.C. had hier uitzicht over de Maasvallei. Hij ontving te 10.00 opdracht, bruggenhoofden te vormen bij Eysden en Visé. Reeds te 8.00 hadden intussen van de gemot. Afdeling enkele onderdelen van de voorhoede de Maas bereikt, terwijl de hoofdmacht de hoogterand bij St. Geer- truid (8 km ten O. van de Maas) bezette. Het gros der divisie kon echter eerst vier uur later worden verwacht. I/I.R. 489 werd vooruitgezonden, om met de voorhoede de Maas te forceren. Dit gelukte en tegen 10.20 stonden de voorste Afdelingen tegenover het Albert- kanaal. De cp. van de D.C. werd te St. Geertruid gevestigd, waar zij 's avonds onder artillerievuur kwam. De weerstand aan de Maas bleek zo groot, dat deze eerst na goede voorbereiding en met krachtige artilleriesteun scheen te kunnen worden gebroken. Op 11 Mei bleken de Belgen echter teruggetrokken te zijn en na brugslag kon de divisie naar het Z.W. worden ingezet, terwijl intussen 253 Div. ten O. van de Maas tegen het N. front van de Vesting Luik oprukte. 258

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 278