290
Bijlage AVIII
PROCLAMATIE VAN GENERAAL H. G. WINKELMAN VAN DINSDAG 14 MEI 1940,
WAARIN MEDEDELING WORDT GEDAAN VAN HET STAKEN VAN DE STRIJD
Proclamatie aan de bevolking
Duitschland heeft hedenmiddag Rotterdam gebombardeerd, terwijl Utrecht eveneens met ver
nietiging wordt bedreigd. Ter sparing van de burgerbevolking en ter voorkoming van verder bloed
vergieten, meen ik gerechtigd te zijn om aan de daarvoor in aanmerking komende troepen het bevel
te geven den strijd te staken. Aan deze troepen is tevens opdracht gegeven om tot aankomst van de
Duitsche geregelde troepen de orde te handhaven en de daartoe noodige wapens en munitie te be
houden. De strijd in Zeeland wordt nog voortgezet.
Ik breng met nadruk onder de aandacht van de bevolking dat alle tot nu toe geldende wettelijke be
palingen ter verzekering van de orde en de rust moeten worden nageleefd en dat het militaire gezag
ter plaatse bevoegd blijft tot het oogenblik dat Duitsche troepen zullen zijn aangekomen.
Ik doe een beroep op de bevolking om door een waardige, ernstige, rustige houding tijdens de be
zetting die komen gaat, den eerbied van den vijand af te dwingen.
Door groote overmacht van de meest moderne middelen is hij er in geslaagd onzen weerstand te
breken. Wij hebben ons niets te verwijten gedurende dezen oorlog. Uw houding en die van de troe
pen was rustig en vastberaden, Nederland waardig. Behoudt deze houding, vergeet niet dat gij Ne
derlanders zijt en dat het Koninkrijk der Nederlanden, al zal het moederland grootendeels door den
vijand worden bezet, niet heeft opgehouden te bestaan.
Aan het einde van den oorlog zal Nederland weder als zelfstandige, vrije natie opstaan.
Leve Hare Majesteit de Koningin!
De Generaal Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht,
H. G. Winkelman.
Algemeen Hoofdkwartier 14 Mei 1940.