In deze opdracht was (in tegenstelling met de vroegere opdrachten) het doel van
de operatiën duidelijk gesteld.
Aangezien de M.v.D. zich tevoren in een korte bespreking overtuigd had, dat
generaal Winkelman een met de zijne overeenkomende visie op de landsverdedi
ging had, heeft de Regering zich met de wijze van uitvoering niet ingelaten.
Hierna zal blijken, dat een geheel ander plan dan tot dusverre tot stand kwam.
Wij moeten hierbij in het oog houden, dat de oude Grebbelinie en haar verlengden
intussen tot verdedigbare stellingen waren uitgebouwd en dat daarvóór de inun
daties waren gesteld, terwijl de werkzaamheden op het Oostfront-Vg.Holland
daarmede geen gelijke tred hadden gehouden.
De nieuw opgetreden O.L.Z., die tevoren als luitenant-generaal de functie van
Commandant van de Luchtverdedigingskring Utrecht-Soesterberg had uitge
oefend, moest zich geheel oriënteren, waarmede geruime tijd gemoeid was. Eerst
na ongeveer een maand kon hij zijn eerste - nog voorlopige - aanwijzingen geven.
Hij besloot, de hardnekkige verdediging te voeren niet op het Oostfront-Vg.Hol-
land, doch in de Grebbestelling en de Betuwestelling.
Aangezien naar zijn oordeel de in Noord-Brabant aanwezige troepen niet sterk
genoeg waren om in de Peel-Raamstelling weerstand van betekenis te bieden,
achtte hij het noodzakelijk, deze te versterken, doch slechts indien het mogelijk zou
zijn, het Belgische Opperbevel er toe te bewegen, de Belgische verdediging aan de onze
te doen aansluiten, zodat het gevaar van omvatting van de Peel-Raamstelling zou
zijn bezworen.
Mocht aan deze voorwaarde niet worden voldaan, dan meende generaal Winkel
man niet de kans te mogen aanvaarden, dat III L.K. en Lt. Div. in Noord-Brabant
zouden worden vernietigd zonder daaraan evenredig nut.
In dat geval was hij van oordeel, slechts zwakke krachten in de Peel-Raamstelling
te moeten laten en het gros van III L.K. en Lt.Div. te moeten terugnemen en te
bestemmen voor het bezetten van een Waal-Lingefront en als reserve. Hij achtte
het nl. noodzakelijk, te kunnen beschikken over een krachtiger reserve dan I L.K.,
ten einde aan onvoorziene omstandigheden het hoofd te kunnen bieden, zoals
parachutistenaanvallen, het vormen van een Noordfront, voor het geval de Duitsers
over de Afsluitdijk in Noord-Holland zouden doordringen, het beschikbaar stellen
van reserves aan de C.V., e.d.
Het eventuele terugnemen van III L.K. en Lt.Div. zou ter wille van de geheim
houding eerst na het uitbreken van de oorlog worden uitgevoerd. Dit bracht overi
gens mede, dat ook Brig. B uit het land van Maas en Waal zou worden terugge
nomen.
12
2. Blijkt een buitenlandsche mogendheid uitsluitend ten doel te hebben een deel van het land als
doormarschgebied te bezigen dan moet - indien die doormarsch zelve niet kan worden ver
hinderd - zonder de veiligheid van het hart des lands in gevaar te brengen, actief tegen die
schending worden opgetreden.
3. Zoodra een agressie heeft plaats gehad, moet het vereischte worden verricht ter verzekering van
de samenwerking met eventuëele bondgenooten.