Indien echter zou blijken, dat het Belgische Opperbevel bereid was, zijn ver dedigingsmaatregelen naar het noorden uit te breiden, dan wilde de O.L.Z. de troepen in Noord-Brabant versterken met troepen, ter waarde van een legerkorps, hetgeen vanzelfsprekend zijn invloed op het gehele plan zou hebben. Hoe dit er dan zou hebben uitgezien, is niet meer voldoende bekend. In dit verband dient er op te worden gewezen, dat onze neutraliteitspolitiek diepgaand overleg met het eveneens neutrale België verbood, doch dat anderzijds uit de in Januari 1940 door de Belgen buitgemaakte stukken was gebleken, dat aan Duitse zijde het plan bestond, de Belgische en Nederlandse neutraliteit te schen den, zodat van Duitse kwade trouw sprake was. De omstandigheden dwongen er dus toe, enig overleg met de toekomstige bondgenoot te plegen x). Indien - wat het meest waarschijnlijk was - geen aansluiting tussen de Belgische en Nederlandse verdediging was te verkrijgen, hield het besluit van de O.L.Z. het volgende in: III L.K., verminderd met zes bataljons, zou (tezamen met Brigade B) het Waal- Lingefront gaan bezetten en daartoe uiterlijk in de nacht, volgende op de dag van agressie, worden teruggenomen. Lt.Div. zou eveneens worden teruggenomen en in het rayon Amsterdam, Haarlem, Leiden, 's-Gravenhage ter beschikking van de O.L.Z. komen als reserve, tezamen met I L.K. De Peel Div., waaraan de onderdelen van Lt.Div. werden ontnomen, en de achtergelaten zes bataljons van III L.K. plus een bataljon van Brig.B (onder bevel staande van twee vakcommandanten) moesten onder bevel van C.-Peel Div. in de Peel-Raamstelling de terugtocht van III L.K. en Lt.Div. dekken en daarna voor overmacht, naar bevind van zaken, vertragend teruggaan. Zodra III L.K. en Lt.Div. bevel voor de terugtocht zouden hebben ontvangen, zou C.-Peel Div. zijn vroegere functie van Territoriale bevelhebber in Noord- Brabant en Noord-Limburg (T.B.N.Br.) weder gaan uitoefenen en als zodanig rechtstreeks onder de O.L.Z. komen te ressorteren. De terugtocht van Brig.B uit de Maas-Waalstelling moest aanvangen, zodra de voortgang van de terugtocht van III L.K. dit mogelijk maakte. Van de ten zuiden van de Maas aanwezige (van Brig.B afkomstige) regimentsstaf en twee bataljons zou slechts een bataljon bij de Brigade terugkeren, die dus aan infanterie slechts beschikte over een regiment en twee bataljons (zonder regiments staf). Ter completering van III L.K. en Brig.B na terugtocht over de rivieren, zouden een regimentsstaf en zeven bataljons, afkomstig van het Oostfront-Vg.Holland, de noordelijke provinciën en de Positie IJmuiden, worden aangetrokken naar de Betuwe. Het Zuidfront-Vg.Holland (dat slechts door een bataljon infanterie en een batterij artillerie was bezet) zou met een Brigade, afkomstig van het Oostfront, 13 1) Zie hieromtrent hierna onder d. 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 33