C.-I L.K. opdracht ontving, 3 C.Pn. van III Div. eveneens ter beschikking van de C.V. te stellen. Met de hem toegezonden staf en troepen kon de C.V., die voor bijzondere op drachten over een reserve-generaal-majoor met twee toegevoegde hoofdofficieren beschikte, een tijdelijke Brigade G vormen, die bestemd was om III L.K. na aan komst in de Waal-Lingestelling weder op sterkte te brengen, doch moest beginnen met het inrichten van deze stelling, waarvoor de detailverkenningen in volle gang waren. Een der hoofdofficieren van de genie van Sectie V van het H.K.V. werd daartoe bij die brigade ingedeeld. Een der regimentsstaven kon later worden in gedeeld bij Brig.B, doch een bataljon, ter vervanging van het bij Brig.B ontbreken de, werd niet beschikbaar gesteld. C.-Vg.Holland ontving tevens bevel, om de volgende staf en troepen van het Oostfront te verplaatsen naar het Zuidfront-Vg.Holland St.K. en Vbd.A. van Brig.C, 28 R.I., 34 R.I., 11 M.C., 12 M.C., 23 R.A. (twee Afdn, tezamen vier Btn. 7 veld), 1-17 R.A. (twee Btn. 7 veld), 14 R.A. (drie Afdn a drie Btn. 12 1. st.), 13 C.Pn. en 14 C.Pn. De O.L.Z. gaf voorts opdracht om het pantserafweergeschut, dat was ingedeeld bij de grenstroepen, te verplaatsen naar de hoofdverdedigingsstellingen. Ter ver vanging daarvan werd overgegaan tot de vorming van 48 zelfstandige stukken 8 st. in de plaats van het pantserafweergeschut, en van een regiment artillerie (20 R.A.), bestaande uit drie Afdelingen van drie batterijen 8 st., bestemd voor indeling in de Peel-Raamstelling. K.R.A., ingedeeld bij de Peel Div., werd daaraan onttrokken en keerde weder bij de Lt.Div. terug, met uitzondering van de motorbatterij 6 veld (5-K.R.A.). De maatregel van het terugzenden van het pag. was op 10 Mei nog niet volledig uitgevoerd. C.-Peel Div. kreeg het bevel over alle troepen in de Peel-Raamstelling en aan de Maas (ten N. van Maasbracht). Tussen 10 en 16 April werden in de depots nieuw gevormde batterijen, t.w. drie batterijen 7 veld, een batterij hw. van 15 1. 17, een batterij hw. van 15 1. 15 en een batterij van 10. 5 1., ter beschikking van de C.V. gesteld. De Lt.Div. onderging, als gevolg van de hierna vermelde maatregelen ter ver sterking van de veiligheid in het hart des lands, een aderlating, doordat het le Eskadron Paw. op bevel van de O.L.Z. op 29 April werd ingedeeld bij de ver dediging van de vliegparken Schiphol en Ypenburg (terwijl het 2e Eskadron Paw. was ingedeeld bij de lichte troepen der legerkorpsen ten N. van de Rijn) en op 23 April het 2e Regiment huzarenmotorrijders naar Wassenaar moest worden ge zonden als mobiele reserve voor C.-Vg.Holland. Hiermede werd reeds vooruit gelopen op de verplaatsing van de gehele Lichte Divisie, welke na het intreden van de oorlogstoestand zou worden uitgevoerd. Nu deze divisie toch ter sprake komt, is het nodig, er op te wijzen, dat op 1 Mei de laatste fase plaats had van de reeds lang in gang zijnde reorganisatie der lichte 19 Verouderde veldartillerie van 1880.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 39