Totaal geeft dat voor de drie kringen: 66 kanonnen van 7,5 cm, 9 kanonnen van 7 cm, 21 kanonnen van 6 cm, 9 kanonnen van 4 cm, 69 kanonnen van 2 cm, 328 mitrailleurs en 142 zoeklichten. Onder deze getallen zijn de in de kringen aan wezige pelotons van V.L. Lad. (zie hierna) inbegrepen. Niet medegerekend de op het vliegveld Bergen, in Zuid-Limburg, de Noorde lijke provinciën, de Stelling van Den Helder en Zeeland aanwezige luchtdoelbe strijdingsmiddelen komen daar voor het voornaamste strijdtoneel nog bij de orga niek bij de vier Legerkorpsen, Brigades A en B ingedeelde 9 compagnieën Lucht doelmitrailleurs, tezamen tellende 27 kanonnen van 4 cm, 86 kanonnen van 2 cm en 68 mitrailleurs. In de Stelling van Den Helder stonden: 3 kanonnen van 10 cm, 9 van 7,5 cm, 2 van 2 cm, 18 mitrailleurs en 12 zoeklichten; op vliegpark Bergen: 3 kanonnen van 7,5 cm, 3 van 4 cm, 3 van 2 cm, 2 mitrailleurs en 6 zoeklichten; in Zeeland: 3 kanonnen van 7,5 cm, 3 van 7 cm en 3 van 4 cm, 16 mitrailleurs en 4 zoeklichten; de T.B.Z.L. beschikte over 3 kanonnen van 7 cm en 4 mitrailleurs. Het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst (V.L. Lad.) bestond uit Af delingen, verdeeld in pelotons geschut van 2 cm tl., die op kosten van gemeenten of bedrijven waren aangeschaft en gemeentebedrijven of fabriekcomplexen moesten beschermen, die niet of niet voldoende door de militaire luchtdoelbestrijdings middelen konden worden beveiligd. Het personeel werd betrokken uit de be drijven zelf, werd ingedeeld bij V.L.Lad. en kon als zodanig in werkelijke dienst worden geroepen. Het kwam gedeeltelijk op 7 Mei, voor een ander deel op 10 Mei in werkelijke dienst. De volgende onderdelen waren op 10 Mei beschikbaar: Behalve de Afdelingen Leeuwarden en Zaanstreek zijn deze pelotons opge nomen in de bij de luchtverdedigingskringen genoemde aantallen kanonnen van 2 cm tl. Het Vrijwillig Landstormkorps Luchtwachtdienst (V.L.Lwd.) had tot taak het waarnemen van vreemde vliegtuigen en het melden van hun bewegingen. Het was onderverdeeld in elf luchtwachtgroepen. Voor de uitvoering van de taak werd beschikt over het Centraal Luchtwacht- bureau te 's-Gravenhage, de Hoofdluchtwachtbureaux te Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, 146 Luchtwachtposten, 13 Luchtwachtdetachementen op vliegvelden, terwijl 21 Militaire Kustwachtposten ten behoeve van de Lwd. meldingen deden. De meldingen geschiedden telefonisch (met voorrang) door middel van de nor male lijnen van de P.T.T. aan de Hoofdluchtwachtbureaux en het Centraal Lucht- wachtbureau, die door ringlijnen met elkaar waren verbonden. 25 Afdeling Delft5 pelotons met tezamen 12 stukken. Afdeling 's-Gravenhage5 pelotons met tezamen 10 stukken. Afdeling Rotterdam3 pelotons met tezamen 9 stukken. Afdeling Utrecht2 pelotons met tezamen 4 stukken. Afdeling Zaanstreek4 pelotons met tezamen 7 stukken. Afdeling Leeuwarden2 pelotons met tezamen 3 stukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 45