Dit bericht is, voor zoveel na te gaan, niet aan C.-I L.K. gezonden. Vermoede
lijk werd geen aanleiding gevonden, de reserve nu reeds te alarmeren.
Uit het berichtenregister van het H.K.-Vg.Holland blijkt, dat de waarschuwing
aldaar is ontvangen. C.-Vg.Holland en zijn chef van de staf hebben echter ver
klaard, zich niet te herinneren, deze waarschuwing te hebben gezien. Hoe de gang
van zaken met deze waarschuwing op het H.K.-Vg.Holland is geweest, is tot
dusverre niet opgehelderd. In het berichtenregister is het bericht ingeschreven
doch met potlood en na het bevel van 23.15, dat hierna wordt medegedeeld 3).
Op een voorstel van de C.V. om de vernielingen en versperringen ten O. van de
Maas te doen uitvoeren, vroeg de O.L.Z. de toestemming van de Regering, welke
werd verkregen. De vernielingen van zeer belangrijke wegen en spoorbruggen
werden uitgezonderd.
Dit is daarna aan de C.V. en door deze aan C.-III L.K. bevolen. Eenzelfde
maatregel is echter door de O.L.Z. niet aan de T.B.Z.L. opgedragen 4).
Te 23.15 gelastte de O.L.Z. voor alle S.B. troepen, met uitzondering van die,
welke in Noord-Brabant en Zeeland met front zuid stonden, van 10 Mei 3.00 af
„volledige graad van strijdvaardigheid", terwijl de hindernissen gesloten moesten
zijn.
C.-III L.K. verzocht mededeling, of bij een aanval uit het oosten de hinder
nissen op de wegen naar België moesten worden gesteld; de O.L.Z. besliste daarop
38
O 1 z
ahk
no 35b
van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen weest dus zeer op uw hoede
aan c.v. de o.l.z.
9-5-40 20.45
In het berichtenregister van het H.K.-Vg. Holland is ingeschreven: Van de grens zeer verontrusten
de berichten weest dus bijzonder op uw hoede.
3) In het Verslag van de Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940, Deel 1 A is er van uitgegaan,
dat C.-Vg. Holland deze aanwijzing heeft gezien, en haar - zoals de commissie zich uitdrukt -
naast zich neer heeft gelegd terwijl hij deze, naar de mening van de commissie, aan zijn ondercom
mandanten had behoren door te geven.
In het boekwerk: De strijd om Rotterdam, Mei 1940 was er op blz. 10 eveneens van uitgegaan,
dat C.-Vg. Holland de waarschuwing had gezien en desnietengenstaande niet had doorgegeven.
De gang van zaken is niet meer met volkomen zekerheid kunnen worden vastgesteld.
4) Het voorstel is uitgegaan van C.-III L.K. en door de C.V. overgenomen.
Volgens bewaard gebleven aantekeningen van de C.V. zouden aanvankelijk geen beperkingen
zijn gegeven. Daarna schijnen echter rechtstreeks aan C.-III L.K. beperkingen te zijn bevolen.
C.-III L.K. heeft deze daarna persoonlijk vastgesteld, waaronder o.m. de spoorbruggen over
de Roer te Roermond en de Niersbrug bij Gennep behoorden. De uitvoeringsbevelen van C.-Peel
Div. zijn slechts bekend, voor zoveel het Maasvak Roermond betreft, waarvan de potloodaanteke
ning van de officier, die het bevel telefonisch opnam, is bewaard gebleven. Dit bevel was niet dui
delijk.
De practische uitvoering kwam er op neer, dat voornamelijk verhakkingen werden gesteld, als
mede de aspergehindernissen op de wegen, zonder doorknippen der draden. Wat onder asperges
werd verstaan, is nader verklaard in noot4) op blz. 52.
Het hier aangegeven verloop van zaken is eerst uit in Maart 1955 verkregen gegevens gereconstru
eerd en vormt een aanvulling op hetgeen dienaangaande in het boekwerk: „De verdediging van
Noord-Limburg en Noord-Brabant, Mei 1940" is vermeld.
Dat een soortgelijk bevel aan de T.B.Z.L. diende te worden gegeven, is vermoedelijk op het
A.H.K. niet gerealiseerd.