1940 de staat van beleg voor het gehele land was afgekondigd, zijn op 3 Mei d.a.v. de meest prominenten van de verdachte personen geinterneerd in het oude fort Ooltgensplaat op de O.punt van Overflakkee. Overigens waren aan de leger- en justitieautoriteiten lijsten verstrekt van ver dachte personen en vreemdelingen, die na het uitbreken van de oorlog moesten worden gearresteerd. Wij hebben reeds vermeld, dat in April tal van maatregelen waren genomen, zoals de stad- en kringbewaking te 's-Gravenhage, die de beveiliging tegen aan vallen van binnen uit ten doel hadden. 5. Overleg met en hulp van bondgenoten Het is van belang in te gaan op de reeds eerder vermelde mededelingen en sug gesties van Franse zijde, op het overleg met het Belgische opperbevel en op de verzoeken om hulp na het intreden van de oorlogstoestand. Daaruit zal dan blijken, in hoeverre bekend was, dat bondgenootschappelijke hulp was te verwachten en in hoeverre voorbereid was, om bij het uitbreken van de oorlog wel omschreven hulpaanvragen aan de bondgenoten in te dienen. De ten onzent geldende opvatting omtrent neutraliteit had belet, met de meest waarschijnlijke toekomstige bondgenoten overleg te plegen over gezamenlijk te voeren operatiën. Omtrent de operatieplannen van de Belgen en Fransen was bij het begin van de mobilisatie weinig of niets bekend. Wat de Fransen betreft, waren, zoals eerder vermeld, in November 1939 vanwege de Franse generalissimus, generaal Gamelin, suggesties gedaan, die enig inzicht gaven in hun voornemens. Het Franse operatieplan, zoals dat was gegroeid, nadat, na de verovering van Polen, de Duitse hoofdmacht naar het westen was gevoerd, en nadat het Britse expeditieleger in Frankrijk belangrijk was versterkt, was gebaseerd op medewer king van de Belgen, die echter sedert 1936 tot de neutraliteitspolitiek waren terug gekeerd, terwijl, wat Nederland betrof, bepaalde maatregelen de uitvoering zouden kunnen vergemakkelijken. Volgens Franse bronnenx) zou generaal Gamelin op 26 November 1939 aan de Franse militaire attaché te 's-Gravenhage hebben opgedragen, de raad aan de Nederlandse generale staf te geven om voorzieningen te treffen voor de verdediging van de lijn Geertruidenberg - kanaal naar Oosterhout - Breda, het beste tracé, in het bijzonder als vechtwagenhindernis, te zoeken voor de verbinding tussen Breda en Antwerpen langs de Mark of de Aa en zo mogelijk deze riviertjes als hindernis uit te diepen; ten slotte om het gebied om Breda en Rosendaal niet te veronacht zamen, doch verbinding met de Belgen te zoeken en een eventueel stelling nemen van Franse troepen in dat gebied te vergemakkelijken. 47 Zie: Général Gamelin „Servir", Glon. Paris 1946, deel 3 blz. 181; Jacques Minart „P. C. Vin- cennes, Secteur 4", Berger-Levrault, Paris 1945, deel 1, blz. 103.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 67