de Merwede. De bezetting daarvan, een bataljon infanterie en een Afdeling artille
rie, was ondanks de aanwezige inundaties, geheel onvoldoende om aan een aanval
weerstand te kunnen bieden.
Het Zuid.front-Vg.Holland, dat in April was versterkt met troepen van het
Oostfront, was niet tot een volledige stelling, met alles wat daarbij behoort, uit
gebouwd.
Op de noordoever van het Hollandsch Diep waren een aantal veldversterkingen
aangelegd met bijbehorende betonnen schuilplaatsen en voorliggende draad
hindernissen, doch deze waren lang niet voldoende voor de versterkte bezetting,
toen deze aankwam. De daarna in uitvoering genomen werken waren nog niet
voltooid. Nabij de Moerdijkbruggen bevonden zich twee kazematten voor kanon
en mitrailleur en twee mitrailleur kazematten. In de bruggenhoofden Willemstad
en Moerdijk waren veldversterkingen aangelegd, in elk bruggenhoofd voor een
bataljon.
Inundaties konden worden gesteld om het bruggenhoofd Willemstad en op
Overflakkee bij Ooltgensplaatterwijl voorbereidingen in uitvoering waren voor
inundaties om het bruggenhoofd Moerdijk en zouden worden getroffen voor het
gebied tussen Moerdijk en Willemstad en tussen Hooge Zwaluwe en Waspik
(Donge-inundatie).
Voor het Noordfront-Vg.Holland, samenvallende met het Noordfront van de
voormalige Stelling van Amsterdam, was geen bezetting uitgetrokken en, behalve
de aanwezige forten, waren geen versterkingen aangelegd. Inundaties konden snel
worden uitgevoerd. Zoals hiervoor bleek, was het niet bezet zijn van dit front een
der redenen, waarom de O.L.Z. zijn reserve met de Lt.Div. wilde uitbreiden.
In Zeeland waren de volgende stellingen gereed
le. De Bathstelling in de hals van Zuid-Beveland voor een grensbataljon, welke
stelling het karakter had van een vooruitgeschoven voorpostenopstelling. Zij
was voorzien van veldversterkingen en kazematten, van schuilplaatsen en
draadhindernissen, terwijl op 9 April de 3e inundatieperiode was bevolen.
2e. De Zanddijkstelling op Zuid-Beveland aan en vóór het kanaal Hansweert-
Wemeldinge, bestemd voor een regiment infanterie en twee Afdelingen artil
lerie, welke stelling de hoofdverdediging op Zuid-Beveland vormde. Inun
datie was voorbereid en kon spoedig worden gesteld. Bij volledig gestelde
inundaties bleven slechts twee toegangswegen, nl. langs de Ooster- en langs
de Westerschelde droog.
3e. De Eendrachtstelling op Tholen, bezet door een bataljon, dat slechts een
aantal steunpunten op de westoever van de Eendracht en een op de oostoever
kon bezetten. De stelling vormde een flankdekking voor de Zanddijkstelling.
Een inundatie was tot de 3e periode bevolen vóór het op de oostoever gelegen
bruggenhoofdje.
56
De inundaties van de oude, sedert vervallen stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak.