In de Stelling van Den Helder bevonden zich de volgende stellingen:
le. De Wonsstelling vóór de Afsluitdijk, ingericht voor een versterkt bataljon
infanterie. Zij was voorzien van veldversterkingen en een inundatie voor de
frontlijn was voorbereid. De stelling diende voor opneming van de troepen
uit de noordelijke provinciën en het zo lang mogelijk beletten van een door
dringen van vijand naar de Afsluitdijk.
2e. Het Kornwerderzand, ingericht met moderne betonkazematten bij het sluizen-
en bruggencomplex, bezet door een detachement infanterie, kustartillerie en
genie van 7 officieren, 20 onderofficieren en ongeveer 200 korporaals en
soldaten.
3e. De werken bij Den Oever, bestaande uit moderne betonkazematten, die bezet
waren door een detachement infanterie.
4e. Een ingericht, doch niet bezet landfront op de Kop van Noord-Holland op
ongeveer 5 km ten Z. van Den Helder, van de Noordzee naar de Waddenzee,
dat aansloot aan het kustfront en door een voorbereide inundatie kon worden
gedekt. Voor deze inundatie was, nadat de 3e periode was bevolen geweest,
in verband met de landbouw, het water afgelaten op het Amstelmeer, zodat
zeer spoedig kon worden geinundeerd.
De troepenonderdelen, die ingezet waren op het kustfront (zie hierna), moes
ten eventueel gedeeltelijk het landfront bezetten, doch waren niet sterk ge
noeg voor de verdediging tegen een krachtige aanval. Er werd echter gerekend
op een deel van de troepen, die zich in de noordelijke provinciën bevonden
voor de bezetting van het landfront.
De Kustverdediging bestond uit
- het kustfront van de Stelling van Den Helder (de Waddeneilanden inbegrepen)
- het Westfront van de Vesting Holland
- het kustfront van de Groep Spui van het Zuidfront-Vg.Holland;
- het kustfront van het Commando Zeeland.
In de Stelling van Den Helder bevonden zich verdeeld over de eilanden Vlie
land, Terschelling en Ameland één bataljon infanterie, bovendien twee marine
batterijen op Vlieland en een marinebatterij op Terschelling. Op Texel waren
een bataljon infanterie, twee batterijen kustartillerie en een marinebatterij geplaatst.
Het kustfront op de kop van Noord-Holland was bezet door troepen ter ge
zamenlijke sterkte van twee bataljons infanterie en zeven batterijen kustartillerie.
Marinepersoneel, twee marinebatterijen en het batterij-schip Hr.Ms. Thor met
een batterij van 3,7 en een mitrailleur, werkten aan de havenverdediging mede.
57