Te 9.30 ging een telexbevel van de O.L.Z. uit aan de C.V. van de volgende
inhoud:
Alvorens de ontwikkeling van de toestand verder te beschrijven, zullen enkele
andere maatregelen worden medegedeeld, die waren genomen.
Te 5.00 was aan alle bevelhebbers in code geseind: Alle Duitsers interneren.
Aan de Burgemeesters was bevolen, onverwijld de luchtbeschermingsdienst in
werking te stellen.
Te ongeveer 6.30 waren bevelen uitgegaan voor evacuatie van de burgerbevol
king en afvoer van het vee in de gebieden van de Valleistelling (Grebbelinie),
Betuwestelling, Maas-Waalstelling en Peel-Raamstelling.
Bevelen werden gegeven voor volledige inundatie (5e periode) in de Groep
Merwede van het Oostfront-Vg.Holland ten Z. van de Linge, voor het dras zetten
van het terrein ten Z. van de Lingestelling en voor de inundaties in de stelling
Willemstad en bij Ooltgensplaat2).
C.-Stelling Den Helder verzocht te 6.00, de inundaties voor het landfront te
mogen doen stellen, waartoe hem machtiging werd verleend.
De Britse, Franse en Belgische militaire attachés hadden zich reeds vroeg in de
morgen gemeld. De beide eerstgenoemden hadden de komst van militaire missies
aangekondigd, terwijl de Franse militaire attaché had medegedeeld, dat Franse
troepen zouden oprukken naar Noord-Brabant.
De O.L.Z. heeft zich op een niet meer bekend tijdstip, in het bijzijn van de
Franse militaire attaché, telefonisch in verbinding gesteld met de Franse opper
bevelhebber, generaal Gamelin, en deze verzocht, op de Duitsers bij de Moerdijk-
bruggen te doen aanvallen, hetgeen werd toegezegd. Volgens een Frans gegeven
heeft dit gesprek in de vroege morgen plaats gehad 3).
67
„Brug bij Moerdijk in Duitsche handen. In verband hiermede zal Lt. Div. niet gaan naar Moerdijk,
doch over Keizersveer en Heusden naar Gorinchem e.o. en aldaar onder de bevelen van C.-Vg.
Holland treden, ten einde zoo noodig te worden ingezet voor bezetting van het Merwedefront van
Gorinchem tot Dordrecht. Een R.W. moet zoo spoedig mogelijk naar Gorinchem" x).
Dit bevel is door de C.V. aan C.-III L.K. doorgegeven, die C.-Lt. Div. nog telefonisch op zijn
cp. te Boxtel kon bereiken. Intussen had ook Hoofd Sectie operatiën van het A.H.K. het telefonisch
aan de Chef van de Staf van III L.K. gedicteerd. C.-Lt. Div. had echter reeds zelf vernomen, dat
te Rotterdam werd gestreden en dat de Moerdijkbruggen waren bezet, toen hij telefonisch contact
had opgenomen met de politie te Rotterdam voor de doormars van zijn troepen, terwijl ook de uit
gezonden kwartiermakers het hadden vernomen.
C.-III L.K. had reeds te 6.00 aan C.-6 G.B. bevolen om, zonder op de terugkeer van de sprin-
ploegen te wachten, af te marcheren naar Moerdijk en de daar gelande parachutisten te verdrijven.
Of hiertoe vanwege de O.L.Z. bevel is gegeven, is niet na te gaan.
Jammer genoeg is geen bevel gegeven voor het instellen van de 3e inundatieperiode voor het
overige deel van het Oostfront-Vg. Holland, een maatregel, die op 9 April was genomen, doch op
16 April ongedaan was gemaakt. Toen de spanning op 7 Mei opnieuw intrad, was die maatregel niet
opnieuw bevolen. De C.Z. heeft op 10 Mei de inundaties in Zeeland bevolen. In hoeverre hij hiertoe
machtiging heeft ontvangen is niet gebleken.
3) Zie Lerecouvreux, L'Armée Giraud en Hollande blz. 288 en het Verslag der Enquêtecommissie
Regeringsbeleid Deel 1 C. blz. 71.