met spoed en grondig te doen bombarderen en te 11.45 werd hetzelfde verzoek gedaan ten opzichte van Ypenburg, Ockenburg en Valkenburg. Bovendien werd verzocht, Engelse jachtvliegtuigen te stationneren op Schiphol en Ruigenhoek en het hulpvliegveld Buiksloot. Intussen had C.-Lvd. de reeds gehavende luchtmacht, zoveel als mogelijk was, ingezet voor verkenning en bombardement van de door de Duitsers bezette vlieg velden. Zo werd Ockenburg te 7.15 gebombardeerd, waarbij een toestel werd af geschoten. Valkenburg werd te 8.30 en 11.20 gebombardeerd (terwijl dit van 8.30-12.00 onder artillerievuur werd genomen). Te 12.40 deden drie Nederlandse toestellen een aanval op Ypenburg. Waalhaven werd te 11.45 en 12.30 met succes gebombardeerd, terwijl een derde aanval het doel niet bereikte. De aanvallen op Waalhaven kostten ons alleen reeds 11 doden, 3 ernstig ge wonden, 5 vernielde en enkele beschadigde toestellen. De op het strand gelande vliegtuigen bij Katwijk en Scheveningen werden drie maal verkend en met mitrailleurs beschoten. De luchtmacht gaf in grote stoutmoedigheid haar uiterste, doch zij zou snel verbruikt zijn. Terwijl I L.K. geheel gebonden was in de strijd rondom 's-Gravenhage en de strijd hier gunstig verliep, was de toestand te Rotterdam gevaarlijk. Te Waalhaven gingen, ondanks de luchtaanvallen en de beschieting door 1-10 R.A., welke Afde ling (te Hillegersberg gelegerd) ter beschikking van de kantonnementscommandant te Rotterdam was gesteld, de luchtlandingen regelmatig door. Het steunpunt, dat de Duitsers op de noordelijke Maasoever bezet hadden, vormde een uitvalspoort voor een aanval op 's-Gravenhage. De bezetting van Rotterdam moest dus worden versterkt en Waalhaven moest worden vermeesterd. De O.L.Z. besloot, bij gebrek aan eigen reserves, troepen van het Veldleger aan te trekken en hoopte deze, nadat de toestand geklaard zou zijn, nog tijdig te kunnen terugzenden. In verband hiermede deed hij de C.V. te 11.00 telefonisch opdracht geven (te 11.35 per telex bevestigd), om troepen ter sterkte van een regiment in fanterie per auto via Montfoort te verplaatsen naar Gouda, waar C.-Vg.Holland door tussenkomst van C.-Oostfront bevelen voor de verplaatsing naar Rotterdam zou doen verstrekken. Te 12.35 gaf hij een tweede bevel aan de C.V. om, behalve de bovenbedoelde, nogmaals troepen ter sterkte van een regiment infanterie en bovendien een batterij motorartillerie over Utrecht naar Leiden te dirigeren, waar deze ter beschikking van C.-Vg.Holland zouden komen. Te 15.00 werd bevolen, dat voor die twee regimenten infanterie en batterij artillerie twee a drie rantsoenen munitie moesten worden medegezonden, die door de D.E.V. bij het Veldleger zouden worden aangevuld. Intussen had de C.V. gemeld, dat de Duitsers over Arnhem naar Wageningen en Ede oprukten en dat 4 R.H. terugweek. Voor een aanval op Waalhaven waren niet onmiddellijk troepen beschikbaar. De Lt.Div. was bezig met de verplaatsing over de rivieren en was onder bevel gesteld van C.-Vg.Holland, ten einde zonodig de Merwede tussen Gorinchem en 71

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 91