Een en ander is medegedeeld aan C.-III L.K. en aan de T.B.N.Br.I). Aan het eind van de dag was dus de toestand, gezien van de O.L.Z. uit, dat troepen ter versterking van Rotterdam onderweg waren en dat bevelen waren gegeven voor de aanval op Waalhaven, terwijl van Franse zijde was toegezegd, dat uit zuidelijke richting een aanval op de Duitsers bij de Moerdijkbruggen zou worden gedaan. Vóór het Veldleger was de over Arnhem opgerukte vijand aangekomen te Wage- ningen en de lichte troepen vóór II L.K. waren op de Valleistelling teruggeweken Bij Zutphen had de vijand de IJssel overschreden, doch was hij nog niet veel verder opgerukt dan Apeldoorn en het Apeldoornsch kanaal. De verwachting bestond, dat de stellingen van het Veldleger het wel enige tijd zouden volhouden. In het hart des lands was I L.K. nog nagenoeg geheel gebonden en de O.L.Z., die over geen reserve meer beschikte, achtte het noodzakelijk, rekening te houden met de mogelijkheid, dat de Duitsers een aanval zouden doen op Amsterdam en Haarlem met gebruikmaking van het nog bruikbare vliegpark Schiphol. Met het oog hierop was een bataljon van III Div. te Haarlem e.o. vastgehouden en te ongeveer 23.00 ontving de C.V. bevel om van 31 R.I., dat zich bevond in de Groepen Naarden en Nieuwersluis, de drie bataljons vóór 11 Mei 4.00 te dirigeren resp. op Diemerbrug, Amstelveen en Sloten, waar zij ter beschikking kwamen van C.-Vg.Holland. In de avond te 19.30 liepen te IJmuiden twee Franse torpedoboot jagers binnen, die Franse vluchtelingen kwamen afhalen. Aangezien deze er nog niet waren, vertrokken de schepen te 22.00 2). Te 21.15 liepen de Engelse torpedobootjagers Vivien en Valiant IJmuiden binnen voor het afhalen van de kroonprinselijke familie. Aangezien dit vertrek niet doorging 3), vertrokken de schepen te 22.45. Op 10 Mei was aan de havenautoriteiten te Amsterdam opgedragen, alle vaar klare schepen gereed te maken voor vertrek naar Engeland. Hoewel bij herhaling in de havenmond van IJmuiden magnetische mijnen zijn afgeworpen, (tengevolge waarvan o.m. het s.s. Renselaar tot zinken werd gebracht) zijn op 10 Mei e.v.d. talrijke koopvaardijschepen naar Engeland vertrokken. Aan de op zee verkerende vissersschepen was radiotelefonisch het uitbreken van de oorlog medegedeeld en aangeraden zich naar een Engelse haven te begeven. 77 De gang van zaken is niet geheel meer te reconstrueren. De T.B.N.Br. is (vermoedelijk te Til burg) door C.-III L.K. op de hoogte gesteld van de Franse plannen en hem is medegedeeld, dat de Districtscommandant van de Kon. Marechaussee te Breda door de chef van de staf van III L.K. was opgedragen, contact met de Fransen op te nemen. De T.B.N.Br., had te voren op zijn cp. te Vucht reeds een Frans verbindingsofficier bij zich ontvangen van de troepen, die naar Tilburg op weg waren. Hij heeft uit Tilburg aan de Districtscommandant der Kon. Marechaussee te Breda verzocht, hem 11 Mei 6.00 bij Breda op te wachten, ten einde hem in contact te brengen met de commandant der Franse troepen. s) Dit waren de Cyclone en Sirocco, die de volgende morgen troepenconvooien uit Duinkerken naar Vlissingen hebben begeleid. 3) De weg van 's-Gravenhage naar IJmuiden was nog niet veilig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1957 | | pagina 97