Wat de verdediging betreft, kan men niet anders zeggen dan dat zij weinig actief en zeer kortstondig is geweest. Niet alleen was nog aeen bres geschoten in de lunet en het ravelijn, waartegen de aanval aericht was, laat staan in de hoofdwal, maar het blijkt zelfs niet, dat de aanvallers de bedekte weg in bezit hadden. Volgens de berichten waren zij gelogeerd 'op de glacis' of 'aan de palissaden Integendeel zegt de Europische Mercurius uitdrukkelijk, dat slechts de eerste, tijdens het beleg opgeworpen contrescarp was genomen, doch dat de 'tweede' nog niet was aangetast. De vooruitgeschoven batterijen werden dan ook niet, zoals men placht te doen, op de kruin van het alacis, doch buiten het glacis aangelegd. Zij waren trouwens tijdens het slaan van de chamade nog geenszins tot vuren gereed, want tot dat des avonds negen uur de capitulatie werd getekend, werd nog met 2 50 man aan deze batterijen gewerkt, en met 100 man aan het vergroten van de logementen op de contrescarp, d.i. op het glacis. De min of meer oproerige geest onder het Spaanse element en van de burgerij wordt als motief tot de ontijdige capitulatie aangevoerd, doch waar de Fransen ver in de meerderheid waren klinkt dit weinig overtuigend. Ook het veel gebruikte argument, dat men het garni zoen voor de dienst des konings wilde behouden kon hier niet gelden, daar het krachtens de capitulatie althans voor de huidige veldtocht verloren was. Het gezegde 'Bedekte weg verloren, alles verloren' (Told weliswaar in deze tijd als stelregel, doch meestal wachtte men met capituleren totdat althans een bres in de hoofdwal was gescho ten. In dit geval bleef de verdediging dus ver onder de maat. Denkt men even terug aan de strijd, die een eeuw vroeger op deze zelfde wallen was gevoerd, dan dringt zich de indruk op, dat sedert dien in de geest der oorlogvoering veel is veranderd. De oorlog, en de vestingoorlog in 't bijzonder, was aan het verstarren tot cliché- werkteen tendentie welke zich de gehele 18e eeuw zou voort zetten. Van de door de belegerden geleden verliezen vonden wij geen opgaaf1). Die der bondgenoten worden van dag tot dag vermeld in het o.a. in de Europische Mercurius voorkomende Relaes van het gepasseerde in de belegering der stad Oostende'.Wij laten de op somming op blz. 90 volgen, daar zij bij vergelijking met andere be legeringen enigszins tot maatstaf kan dienen. 89 1) Quincy alleen noemt het getal van 300 doden bij de belegerden, doch de opgaaf verdient weinig vertrouwen, waar hij het verlies der geallieerden als 3000 man opgeeft Voor het overige zij ver wezen naar Bijlage 19. Een fragment uit de 'Nauwkeurige Beschrijvinge van Ecobus Bowens werd ons met grote welwillendheid verstrekt door de directeur der stadsbibliotheek de heer F. Edebau. Bowens had als oud-schepen toegang tot het stadsarchief, waaraan zijn verhaal grotendeels is ont leend. Het archief van Oostende is in de tweede wereldoorlog verbrand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 113