halve het 'grote leger' het kamp van Rousselaerehet kwam die dag met de rechtervleugel bij Wellegem, de linker te Harlebeek aan de Lijs, waar het hoofdkwartier werd gevestigd. Het een paar uur Zuidelijker gelegen Kortrijk achtten de Fransen blijkbaar onver dedigbaar; het werd de ioe Juli ontruimd, waarna de magistraat haar onderwerping aan Karel iii kwam aanbieden. Enig garnizoen werd in de stad gelegerd, en maatregelen genomen om haar in betere staat van tegenweer te stellen1). De i ie werd een definitieve opstelling tot dekking van het aan staande beleg ingenomen. Het leger kwam die dag n.l. te Helchin aan de Schelde. Van hieruit kon men zowel naar Meenen als naar Rijssel, Bergen, Doornik of Ath marcheren, zodat de vijand in het onzekere bleef omtrent het naaste doel. Tijdens het beleg was men dicht genoeg bij de hand, om zonodig het insluitingsleger bij te staan, terwijl men hier, beter dan te Rousselaere, in staat was, Brussel en de andere Brabantse steden eventueel te hulp te komen. Ten slotte had uit een oogpunt van 'subsistentie' de ligging aan de Schel de haar voordelen. Bijna twee maanden zou het leger hier door brengen, n.l. tot 8 September. Ouwerkerk brak de 12e Juli van Oostende op. Hij marcheerde vervolgens over Oudenburg, St. Michel (bij Brugge), Bellem, Get- hem en Vive St. Eloy naar Heyster of Heestert, een uur gaans ten Noorden van Helchin, waar hij de 22e met 28 bataljons en 23 eska drons aankwam. Dat hij niet de veel kortere weg over Rousselaere- Kortrijk nam hield waarschijnlijk verband met het vervoer van artil lerie en bagage te water over Brugge en Gent 2). De 19e kwamen ook de Pruisen en Hannoveranen onder generaal Natzmer, die de laatste tijd te Ninove hadden gelegen, in het leger te Helchin. Het bevel over het beleg werd toevertrouwd aan de generaal der infanterie SALiscH,die tijdens het eerste gedeelte van de veldtocht wegens ziekte afwezig was geweest. Onder hem voerden de luit.- generaals Schults en Orkney het bevel over de infanterie, Lumley over de ruiterij. Met het insluitingsleger ter sterkte van 32 bataljons en 24 eskadrons, verliet Salisch de 2 2e Helchin, en legerde des avonds te Lumme, een uur ten Oosten van Meenen. De 23e Juli werd een brug over de Lys geslagen, de rivier overgetrokken en de stad met bekwame spoed aan alle zijden ingesloten 3). 94 1) Murray 683. 2) Ouwerkerk a.d. St.Gl. 12, 15, 17, 20, 22 Juli 1706 (St.Gl. 5-013). 3) De Ordre de bataille van het insluitingsleger vindt men in het verbaal der gedeputeerden te velde, 21 Juli 1706 (St.Gl. 8222). Salisch a.d. St.Gl. 24 Juli (St.Gl. £013, 4e lias lopende 1706).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 118