de grote desertie, welke onder de boeren optrad, denkelijk als ge volg van onvoldoende maatregelen voor het verschaffen van onder dak en voeding voor een zo groot aantal personen. Begin Augustus waren er van de 9000 opgeroepenen dan ook nog slechts een 3000 over. Ten gevolge van al deze omstandigheden werd het 3 Augustus voor de linie ongeveer gereed was. Daar men echter toch op de aan komst der artillerie moest wachten, was het oponthoud minder te betreuren dan anders het geval geweest zou zijn1). Dat de belegering door actie van buiten ernstig zou worden ge stoord was nauwelijks te verwachten. Villeroy, die, in afwachting van Vendome's overkomst nog steeds het opperbevel voerde, bleef lang in onzekerheid omtrent de voornemens der bondgenoten. Eerst de 20e gewerd hem, door betrouwbare verraders of spionnen - hij noemt hen 'emissaires de confiance' de zekerheid, dat het op Meenen was gemunthierop wees ten overvloede ook de grote voor raad meel, palissaden en schanskorven, welke de geallieerden in Kortrijk bijeenbrachten. Wel had men aan Franse zijde rekening gehouden met het con centreren van een nieuw veldleger tegen 1 Augustus, doch dit tijd stip moest, toen de dag daar was, naar het rijk der vrome wensen worden verwezen. Bovendien verkeerde, wat aan troepen bijeen was, nog steeds in zodanige staat van morele depressie, dat aan ondernemingen op grotere schaal niet viel te denken. Villeroy zag dan ook van elke poging tot ontzet af, en bepaalde er zich toe, in de naburige vestingen enige cavalerie te zenden, welke zou kunnen optreden tegen 's vijands convooien en het fourageren bemoei lijken, hoewel zijn eigen verwachtingen dienaangaande niet hoog waren gespannen 2) Al zou Meenen dus op eigen kracht weerstand moeten bieden, tot het uithouden van een vrij langdurig beleg was de stad zeker in staat. Door sommigen werd zij zelfs voor de sterkste vesting in Frankrijk gehouden. Zij was versterkt naar een project, opgemaakt door Vauban nadat hij, in 1678, als commissaris-generaal der fortificatiën een inspectie reis langs de Noordelijke frontieren had gehouden. Nadien werd de versterking in de loop der jaren voortgezet, laatstelijk volgens een 'projet définitif', hetwelk de grote vestingbouwer in 1699 ver vaardigde. Hoewel in latere tijd verbeteringen kunnen zijn aange bracht, kwamen in 1706 grondplan en inrichting der werken over- 96 1) Verbaal ged. te velde 29 Juli, 5 Aug. (St.Gl. 8222) Salisch aan Heinsius, 2 Aug. (Heins. arch. 1126). 2) Pelet VI-83, 85 vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 120