der linies van Heylissem. In allen gevalle dus een krachtig aanvoerder zij het ook, dat het verdedigen van een vesting weer andere kundig heden vereiste dan de strijd in het open veld. Vauban althans ver weet hem na de overgaaf, niet voldoende met de eigenschappen der vesting op de hoogte te zijn geweestwij laten daar of deze beschul diging juist is. Naast Caraman, de ziel der verdediging, speelde de gouverneur, de markies de Bully, een minder belangrijke rol. Als hoofd-ingenieur, een uiterst verantwoordelijke betrekking, wordt Valory genoemd. Van levensmiddelen en alles wat verder voor een beleg nodig is, was de stad naar behoren voorzien, en ook van artillerie. Bij de capitulatie althans vond men er metalen en 10 ijzeren kanonnen en 6 mortieren, benevens 162 000 pond kruit.1). De eerste tien dagen van het beleg kenmerkten zich niet door belangrijke gebeurtenissen. Terwijl de geallieerden doende waren met de circumvallatie, werkten de belegerden aan het verbeteren van het hoornwerk op de weg naar Rijssel en aan buitenwerken buiten de Brugse poort, aan het afbreken van huizen en aan andere opruimingen in het voorterrein. De buskruitmagazijnen werden geledigd en de inhoud over kleine bergplaatsen onder de wallen en in de tuinen verdeeld. Dagelijks kwamen naar het schijnt 8^0 man op wacht in de buiten werken en 2 £0 op de hoofdwal en bij de poorten. Overigens bepaalde men zich tot spaarzaam artillerievuur, dat dienen moest om het kamp der belegeraars op een zo groot mogelijke afstand te houden. Deze laatsten maakten bruggen over de Lys boven en beneden de stad, noodzakelijk voor communicatie tussen de twee helften van het kamp. De werkzaamheden in het voorterrein leidden tot enkele kleine ontmoetingen, waarbij nauwelijks werd gevochten. Een iets grotere uitval viel voor op 1 Augustus, toen 120 grenadiers en 100 onbere den dragonders uit de Brugse en Ieperse poort trokken om enige belegeraars te verdrijven, die pionierden in de vallei van de Ghelu- werbeek. Na een vuurgevecht, waarbij de geallieerden op de vlucht werden gedreven, werden enige huizen in brand gestoken; met niet meer verlies dan drie lichtgewonden trokken de Fransen in de stad terug, onder bescherming van geschut- en geweervuur van de wallen en uit de bedekte weg. Hoewel de actie niet van groot belang was, heerste bij de belegerden grote voldoening over de goede aanvoering, 98 Eur. Merc. i^o. Staat van het garnizoen bij Quincy V-22.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 122