de aanval, die op twee punten geschiedde, tot staan kwam, vóór de loopgraaf was bereikt. Volgens de Europische Mercurius werden de aanvallers 'na een uur' naar binnen gedreven. In allen gevalle is de aanval niet krachtig doorgezet, en de oorzaak vindt men in het gelijktijdige Franse relaas van het beleg: 'On donna ordre a ces détachements de profiter de l'occasion et de se retirer diligemment au cas qu'ils vissent paraitre un grand nombre de troupes'Er is geen beter middel dan dit om een aanval te doen mislukken: de vrees achtige toch is alras geneigd om bij de vijand 'un grand nombre de troupes' waar te nemen. De in actie gekomen geallieerde bataljons stonden echter geruime tijd bloot aan het vuur van de op de hoofd wal staande artillerie en van de infanterie in de bedekte weg, zodat beide partijen er niet zonder kleerscheuren afkwamen. De Fransen verloren volgens eigen opgaaf een kapitein en 3 o soldaten aan doden en 10 officieren en 10man aan gewonden; de belegeraars een honderdtal doden en gewonden. Tot de laatsten behoorde de kolonel Chambrier, die een gevaarlijk schot in de heup ontving. Deze dag kwam de tijding, dat Vendome op het oorlogstoneel was aangekomen, en het opperbevel aan Franse zijde dus in andere en ongetwijfeld betere handen was gekomen. Inderdaad kwam de maarschalk de ^e te St. Ghislain, waar hij zijn eerste onderhoud had met keurvorst Maximiliaan, die in naam nog steeds opperbevel hebber bleef. Wat Vendome het meest trof, was de neerslachtige geest onder de officieren; de naweeën van Ramillies was men blijkbaar nog niet te boven. Er heerste een fataal gevoel van eigen onvermogen en ontzag voor de tegenpartij'tout le monde ici est pres d'oter son chapeau quand on nomme le nom de Marlborough,' zo schrijft hij nog dezelfde dag aan Chamillart. Van het concentreren van het veldleger was de eerste dagen nog geen sprakede troepen, die uit Namen en Euxemburg moesten komen waren zelfs nog niet onder weg. Het werd 19 Augustus eer men een kamp kon oprichten achter de beneden-Deule x). Voor Meenen werd in de nacht van op 6 Augustus de eerste paral lel voltooid, en o.a. een brug gemaakt over de kleine inundatie bij de rechter attaque. Bij de linker werd een wapenplaats of redoute opgeworpentevens werd voortgegaan met het opwerpen der batte rijen. De 6e deden de Fransen twee kleine uitvallen (drie uur des na middags en tien uur's avonds), welke slechts ten doel hadden, de Pelet VI-103. IOI

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 125