De tweede parallel kwam deze nacht, ten koste van 8 doden en 40 gewonden, gereed, zodat begonnen kon worden met de nade ringsloopgraven naar de derde parallel, die aan de voet van het glacis zou worden aangelegd. Deze dag werd de kolonel Nassau-Woudenberg,' uit curiosi- teit en als spectateur in de trenchée zijnde', gewond, hoewel niet levensgevaarlijk. Een ernstig verlies was het overlijden, op de 12e, van de Zwitserse brigadier Capol, ten gevolge van een schot in de dij, dat hij de 8e had opgelopen; een officier van jarenlange krijgs- ervaring en grote verdienste. Aan de Zuidkant der stad, vanwaar anders geen actie gemeld wordt, kwam, naar wij lezen, een gealli eerde batterij, bij Halluin opgesteld, in actie tegen het buitenwerk buiten de Rijsselse poort. Er werden zelfs aanstalten tot een storm gemaakt, waartoe 3 a 400 ladders werden gereed gemaakt. Elet blijkt echter niet, dat hier een aanval tot uitvoering is gekomen, zodat wij wellicht slechts met een afleidingsmanoeuvre te doen hebben De 12e Augustus kwamen de geallieerde loopgraven reeds tot 20 m van de bedekte weg van het ravelijn bij de Lys. Om het werk hier althans zoveel mogelijk te vertragen werd des avonds tien uur een uitval beproefd, waaraan 200 grenadiers en 100 onbereden dra gonders deelnamen, en ter afleiding een 'fausse sortie' met 100 man buiten de Ieperse poort. Volgens bericht van Franse zijde drongen de uitvallers de loop graaf binnen, vernielden een gedeelte en namen zelfs een viertal schanskorven als zegeteken mee naar binnen. Salisch bericht d.e.t., dat de uitval 'vigoureus gerepousseert' werd en een luitenant van het (Franse) regiment van Sparre krijgsgevangen, terwijl Keppel aan Heinsius schrijft, dat de Franse soldaten hun officieren niet hadden durven volgen, naar hij van krijgsgevangen officieren had vernomen. De Fransen meldden aan hun kant een verlies van 10 doden en gewonden. Zeker is wel, dat er niet hevig is gevochten. Aan onze zijde sneuvelde de kapitein la Motte van de Hannoveranen, die ook al uit 'nieuwsgierigheid' in de loopgraven was; een ingenieur werd gewond. Des nachts herstelden de Fransen zo goed mogelijk het bastion der Capucijnen, door het weggeschoten bovenste deel van de muur te vervangen door een borstwering van fascines. Een nieuwe zorg was voor de belegerden, dat er gebrek aan mus- O De enige, ons voorgekomen, vermelding van het laatste is die in de Eur. Merc., p. 140. IOJ

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 129