overanen van de Leur en Gouvain1). Als reserve dienden de vier
bataljons van de loopgraafwacht, welke tevoren door de genoemde
negen zouden worden afgelost.
De verdedigers hebben blijkbaar aan verschillende tekenen be
speurd, dat de storm op til wasreeds om vijf uur in de namiddag
was geheel de bezetting in de wapenen en de bedekte weg volledig
bezet.
Kort nadien brak met volle kracht het artillerievuur der belege
raars los, zo oorverdovend dat zelfs de oudste krijgslieden zich er
geen voorbeeld van konden herinneren.
De Franse artillerie, ondanks alles nog niet geheel tot zwijgen
gebracht, antwoordde zo goed mogelijk. Onder dekking van een
regen van bommen, granaten en stenen uit de handmortieren werd
de loopgraafwacht afgelost en namen de voor de storm bestemde
bataljons hun plaats in. Het signaal voor de storm zou bestaan in het
gelijktijdig doen springen van twee mijnen in het glacis; één bij de
rechter- en één bij de linker attaque. Het tijdstip, zeven uur 's a-
vonds, was zódanig gekozen, dat het maken van logementen in de
eenmaal ingenomen bedekte weg nog bij daglicht zou kunnen plaats
hebben.
Marlborough had zulks in een brief, die hij de 17e, hetzij voor,
hetzij na zijn bezoek aan het kamp aan de gedeputeerden schreef,
uitdrukkelijk aangeraden. De ervaring toch, o.a. bij Keizersweert
opgedaan, leerde, dat na het binnendringen in de bedekte weg de
grootste verliezen werden geleden ten gevolge van opeenhoping in
een beperkte ruimte van troepen, die aan alle zijden werden be
stookt en eerst dekking vonden als de logementen in voldoende
staat waren gebracht. Dit laatste echter kon bij het werken in donker
aan grote vertraging onderhevig zijn.
Salisch en andere generaals waren in de loopgravenhet spreekt
trouwens wel van zelf, dat ieder die hiertoe slechts enigszins in de
gelegenheid was, het aangrijpende tafereel, zij het als toeschouwer,
wilde bijwonen.
Wanneer de twee mijnen het teken geven, snellen de grenadiers
vooruit; in een oogwenk, hoewel onder moorddadig vuur, leggen
zij de ongeveer dertig meter af, die hen scheiden van de palissaden.
Daar gekomen, werpen zij hun handgranaten, waarvan zij er elk drie
bij zich dragen.
De strijd bij de palissaden was verbitterd, doch niet van lange
duur; na een kwartier tijds dringen de eerste aanvallers binnen 2).
Europ. Mere. 142; Rousset 237; verg. Murray III-100 en Churchill II-177.
2) Rousset 237.
108