Nu eerst geldt het, de vijand te verdrijven uit de bedekte weg, die voet voor voet wordt verdedigd, de te verwachten tegenaanvallen af te slaan, en intussen de logementen te maken, waarmee het in bezit genomen terrein kan worden vastgehouden. Nog vijf kwartier woedt het gevecht van man tegen man in de binnenruimte van de bedekte weg; dan is het grootste deel in het bezit der aanvallers. Op vier plaatsen hebben zij zich vastgezet op de kruin van het glacisde Fransen zijn echter nog meester van de twee inspringende wapenplaatsen aan weerszijden van het ravelijn voor de Ieperse poort, waarin zij zich als in kleine vestinkjes staande houden. Des avonds tien uur zijn de logementen der aanvallers, grotendeels in de uitspringende hoeken, voltooid. De verkregen terreinwinst kwam de belegeraars te staan op ten naastebij 2 go doden en iooo gewonden; zwaardere verliezen dan tijdens de gehele verdere duur van het beleg. Onder anderen waren 8 kapiteins gesneuveld. Ook de ingenieurs hadden als gewoonlijk een zware tol te betalen; de Europische Mercurius noemt de namen van drie gesneuvelde en drie gewonde ingenieursvolgens Salisch was één ingenieur gesneuveld en waren er acht gewond. Ook de kapitein der mineurs was gesneuveld. Zijn dood was te meer te betreuren, omdat de ingenieurs eigenlijk geen militairen waren en er dus geen rangverhouding onder hen was, tengevolge waarvan er, naar Marlborough aan Heinsius berichtte, 'many unreasonable disputes' rezen, wat volgens de hertog een der oorzaken was van de trage gang van het beleg. De Franse, bij de bestorming geleden, verliezen kennen wij niet, doch zij waren vol gens een deelgenoot aan het beleg 'pas médiocre'1). Intussen hadden buiten het kamp enige dingen plaats gegrepen, welke niet geheel onvermeld mogen blijven. De i^e behaalden de Fransen, wier laatste succes het secours van Dendermonde was ge weest, een kleine overwinning, wel niet van doorslaggevend belang, maar toch geschikt om het zelfvertrouwen enigszins te herstellen, wat voorlopig Vendome's voornaamste doel was. Onderricht zijnde, dat de geallieerden de 16e in de streek van Doornik zouden fourageren, zond hij uit deze stad en uit Rijssel een tweetal detachementen, die de dekkingstroepen, ter sterkte van 2ooo ruiters en 8oo man infanterie, overvielen en 200 gevangenen maakten. Onder de laatsten was de kwartiermeester-generaal Cadogan, Marlborough's rechterhand in stafzaken. Hij werd reeds na enkele dagen uitgewisseld tegen Eur. Mere. 142, 143; Rousset 237; Marlborough aan Harley 21 Aug. 1706, bij Murray III-92; Verbaal ged. te velde 18 Aug. I.e.; Salisch a.d. St.Gl. 19 Aug.; ged. te velde aan id., z.d. (St.Gl. 5013a). Zie Bijlage 20. I09

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 133