zonder dat noemenswaardig verlies werd geleden. De vijand vuurde
weinig of nietnaar men meende doordat hij de aanval aan de andere
kant van de stad had verwacht, bij de Brusselse poort, waar ook
Vauban indertijd zijn werken had aangelegd. De Hollandse ingeni
eurs onder Des Rocques en Du Mee, gaven echter - het blijkt niet
om welke reden - de voorkeur aan het vestingfront tussen de twee
Zuidelijke takken van de Dender, in het bijzonder de twee bastions
aan weerskanten van de poort naar Bergen. Er werden twee attaques
geformeerd, één tegen het ravelijn voor de Bergense poort, één tegen
het nevenliggende ravelijn, meer naar rechts.
De volgende nacht werd begonnen met het opwerpen van vier
batterijen terwijl tevens de twee delen van de eerste parallel, waar
tussen nog een 80 pas ruimte was, werden aaneengesloten. Ditmaal
verliep het werk niet zonder tegenactie. De commandant St. Pierre
kon zich met zijn zwakke bezetting geen grote uitvallen veroorloven
hij gaf daarom de voorkeur aan kleine acties met élitetroepen. Hij
zond tweemaal een troepje van 20 grenadiers uit, die, zonder zich
met een gevecht in te laten, na een 'décharge' op de werklieden te
hebben afgegeven terugtrokken. Of dit, zoals het Franse dagboek
zegt, het werk belangrijk heeft vertraagd, blijve in het midden: hoe
kon men die vertraging bij duisternis in de stad constateren? Wel
werd, in tegenstelling tot de vorige nacht, hevig van de wallen
geschoten, en de aanvallers verloren dan ook 40 a doden en
gewonden.
In de nacht van 22 op 23 September herhaalt St. Pierre zijn
tactiek: tweemaal besluipt een groepje grenadiers de vijandelijke
loopgravenzij werpen er elk drie handgranaten in en trekken zich
terug, 'ayant fort interrompu le travail'. Hetzij door deze overavl
hetzij door het vuur van de wallen, verliezen de belegeraars deze
nacht ongeveer 20 man aan gesneuvelden en gekwetsten. Onder de
gewonden van de volgende dag was de generaal-majoor Zoutelande,
die in de loopgraven een contusie bekwam door het springen van
een bom, hoewel zonder levensgevaar.
Buiten het kamp boekten deze dag de huzaren een succes, door
een bereden partij van 44 man, die zij op de weg naar Bergen tegen
kwamen, en die uit het leger te St. Amand afkomstig was, te verslaan,
waarbij enige Fransen sneuvelden en 23 man en 39 paarden in hun
handen vielen. Deze huzaren, een nieuwe, uit het Oosten afkomstige
wapensoort, onderscheidden zich boven de andere ruiterij door
gedurfde stukjes, en in het algemeen door hun geschiktheid voor de
dienst van lichte cavalerie. Zij werden dan ook zeer op prijs gesteld,
te meer nog, omdat zij de vijandelijke partijen, die er op uit waren,
123