voerd. De verdedigers van hun kant brachten zo goed mogelijk hun
retranchementen achter de bres in gereedheid.
In de morgen van 2 October konden de belegerden waarnemen,
dat de geallieerden een doorsnijding hadden gemaakt in de genoemde
contregarde, en dus reeds toegang tot de gracht hadden. De kolonels
en de gouverneur brachten St. Pierre het gevaar van de toestand
onder het oog, en deze vond hierin aanleiding, des middags om en
bij twaalf uur wederom de chamade te doen slaan. Na een^vruchte-
l°ze poging om de voorwaarden te bekomen als waarop Oostende
was overgegaan, legde hij zich bij het onvermijdelijk e neer.
De volgende morgen werd een poort ingeruimd. De 4e trok het
garnizoen uit, om, over Oudenaarde en Gent naar Breda en Bergen
op Zoom te worden vervoerd, totdat de Staten omtrent de verdere
bestemming zouden beslissen.
Het had van de oorspronkelijke 2100 man er 400 aan doden en
gewonden verloren. In de hospitalen bleven 320 zieken en gewonden
achter, die op Franse kosten tot hun genezing werden verpleegd;
St. Pierre bleef met de uittrekkende Fransen, 140 officieren^en
onderofficieren en ruim 600 soldaten, gevangen; alleen mochten de
officieren hun degens en bagage en de soldaten hun knapzakken
behouden1).
De Zwitsers namen, op 7 of 8 man na, dienst bij de Staten. De
generaal-majoor van Pallandt werd voorlopig gouverneur van
Ath. De oude gouverneur, Spinola, bleef in de stad en schijnt de
zijde van Karel iii te hebben gekozen. Wij lezen althans dat zijn
zoon, graaf van Bruay, in 1708 commandant werd van een Zuid
nederlands regiment onder de nieuwe koning.
Aldus verwisselde Ath van bezitter, twaalf dagen na het openen
der loopgraven, acht dagen na het begin van het artillerievuur.
Behalve de bedekte weg was nog geen enkel buitenwerk genomen.
Men had dus het voorbeeld gevolgd van Oostende, Meenen en inder
tijd van Keizersweert en Bonn.
Het excuus, dat Caraman in Meenen had gehad, was hier, waar
het garnizoen krijgsgevangen bleef, niet van kracht. De verdediging
had zeker nog enige dagen voortgezet kunnen worden. De onderste
10 of 12 voet van de muur waren nog niet in bres gelegd, en de
batterij op de kruin van het glacis, die dit moest bewerkstelligen,
moest nog gebouwd worden.
En verder moest nog een dam met galerij gemaakt worden in de
70 of 80 voet brede gracht.
'Lijste van de krijghsgevangene tot Ath', (St.Gl. geeft 1104 man, de zieken inbegrepen.
129