een snelle achtervolging met de vijand slaags te raken. Des namiddags
van de 7e April stuitten zij op 's vijands achterhoede, die in een bos
achtige streek stand hield, en, toen de voorste geallieerde cavalerie
'met furie en in volle ren' volgens een andere bron 'op zeer ver
warde wijze' chargeerde, met enige regimenten tot de tegenaanval
overging. Er ontstond een critiek moment voor de geallieerden,
vooral omdat de infanterie, vermoeid door de lange mars, nog niet
ter plaatse was. Eerst het ingrijpen van verse afdelingen, n.l. de
Elollandse cavalerie en dragonders, het Engelse eskadron van Her-
vey en de Portugese cavalerie onder das Minas, herstelde de toe
stand, zodat de vijand 'eyndelijk in confusie geslaagen, en presipi-
tantelijk op de vlucht gedreven' werd. Hij verloor hierbij behalve
een 'kloek getal' doden en gewonden, 80 gevangenen en 240
paarden. De Portugese ruiterij, die zich in deze actie flink had ge
weerd, telde de graaf van sint Vincent onder de doden, terwijl de
luitenant-generaal Machado en enige kolonels verwondingen hadden
opgelopen.
Intussen hadden de bondgenoten reeds Las Brozas, dat in onge
grond vertrouwen op Berwick's legermacht een opeising had afge
slagen, zonder tegenstand bezet. Men vond er veel graan en meel, en
de plundering, waaraan de stad volgens het oorlogsrecht mocht wor
den onderworpen, werd voor een som gelds afgekocht. De inge
zetenen bleven echter een vijandige houding aannemen, en in de
Europische Mercurius lezen wij dan ook, dat de plaats in de as werd
gelegd, met uitzondering van het kasteel, waar een Portugees regi
ment in bezetting kwam. Berwick uitte schriftelijk zijn 'verwon
dering' hierover jegens das Minas: de Fransen hadden zich, bij hun
inval twee jaar tevoren, heel wat beter gedragen, zo beweerde hij.
Doch das Minas antwoordde met even grote verwondering, dat
Berwick's troepen bij genoemde inval drie plaatsen verbrand,
kloosters ontheiligd, vrouwen geschonden en andere baldadigheden
hadden gepleegd. Daarentegen was Las Brozas niet op bevel in brand
gestoken; slechts waren, zo schreef hij, door slordigheid een paar
huizen in vlammen opgegaan. Tot het protest van Berwick bestond
dus geen aanleiding. Het incident was hiermee gesloten.
De 9e April bereikten de bondgenoten Alcantara; het werd de
zelfde dag nog berend, en de volgende dag ingesloten. De stad had een
muur met bastionsdoch geen gracht, noch bedekte weg of andere
buitenwerken. Zij kon dus niet op grote sterkte bogen in een tijd,
waarin men een vesting verloren rekende, zodra de buitenwerken
waren genomen. Nog de 10e werd een Franciscaner klooster, op
slechts een geweerschot afstands van de wallen gelegen, en zwak be-
146