zet, stormenderhand ingenomen door de Portugese en Engelse in
fanterie wat de laatste betreft de regimenten van Blood en Wade.
Inmiddels werden op een naburige hoogte batterijstellingen verkend
waarbij de graaf van Atalaya werd gewond, en ook enkele inge
nieurs sneuvelden of gekwetst werden.
De 11 e kwam de artillerie voor de stadeen deel opende reeds
dezelfde dag het vuur; de rest de 12e. Het pleit was nu weldra be
slist. Een uitval, gedaan met het doel om het klooster, waarvan zo
even sprake was, te hernemen, werd afgeslagen. De 13e was er reeds
een niet onbetekenende bres geschoten. De belegerden zagen in de
loop van de dag een troepenmacht naderen, welke zij voor het tot
ontzet oprukkende leger van Berwick hielden, maar die achteraf
bleek, uit nieuw aanrukkende Portugezen te bestaan.
De omslag in het moreel, die hiervan het gevolg was, werd oor
zaak, dat nog dezelfde dag de chamade werd geslagen. Men kon het
niet eens worden over de capitulatievoorwaarden, zodat de onder
handeling werd afgebroken en de strijd hervat. De belegeraars
maakten nu alles gereed voor de bestorming, en de 14e 's morgens
volgde een laatste opeising, met de bijvoeging dat, indien de stad ge
wapenderhand mocht worden genomen, geen kwartier was te ver
wachten. De gouverneur, de generaal-majoor Don Miguel Gasco,
bezweek voor het dreigement. Hij wordt hierover in Berwick's
mémoires heftig aangevallen, doch men moet erkennen, dat hij niet
anders handelde dan elders, in volgens de regelen der kunst aange
legde vestingen, reeds lang gewoonte was. Ook schijnen zijn troepen,
voornamelijk Spaanse militie, van niet te beste hoedanigheid te zijn
geweest.
De 16e trok de bezetting, 10 bataljons welke tezamen een goede
3200 man uitmaakten, met krijgseer door de bres uit, doch om ver
volgens te worden ontwapend en krijgsgevangen gemaakt. Zij wer
den door drie Portugese bataljons vervangen. Vier en zestig stukken
geschut en veel munitie en levensmiddelen was de buit der over
winnaars. Een belangrijk succes hadden de bondgenoten hiermee
behaald, zonder veel moeite of verliezen. Een weinig betekenende
diversie, door de bezetting van Badajoz ondernomen, en welke be
stond in het beschieten van Elvas door een kleine troepenmacht met
enig geschut, had geen invloed op de gang van zaken1).
Na enige dagen vertoevens tot het slechten der aanvalswerken
werd de mars de 19e April hervat. Nadat de 21 e rustdag was gehouden
om de artillerie en treinen in te wachten, die in het bergterrein
9 Schonenberg a.d. St.Gl. Lissabon 7 April 1706, I.e.; id. 19 April (St.Gl. 7026).
Eur. Merc. 236-237; Berwick I, 310-312; V. Rynevelt I, 169-173; Quincy IV, 223-228.
147